Het kabinet ziet nu geen aanleiding voor de introductie van nieuwe maatregelen voor de terugbetaling van kapitaal. Staatssecretaris Van Rij beantwoordt vragen over artikelen over belastingontwijking door de rijkste vrouw van Nederland en ‘Hoe chemiebedrijf OCI zijn aandeelhouders miljarden uitkeert en de fiscus met lege handen achterblijft’.
Vennootschappen kunnen om bedrijfseconomische redenen ervoor kiezen om een betaling aan haar aandeelhouders te doen middels een terugbetaling van kapitaal of een dividenduitkering. Een onbelaste terugbetaling van kapitaal kan worden gedaan zolang er fiscaal erkend kapitaal aanwezig is. Als een bedrijf met winstreserves inderdaad ervoor kiest een onbelaste terugbetaling van kapitaal te doen, dan blijft er een dividendbelastingclaim rusten op de winst(reserves) waarover later kan worden geheven. Dit is een bewuste keuze van de wetgever geweest. Dat een terugbetaling van fiscaal erkend kapitaal onder omstandigheden onbelast kan plaatsvinden, is dus in lijn met de letter en de geest van de wet. Bovendien gaat er door de terugbetaling van kapitaal geen dividendbelastingclaim verloren. Het kabinet ziet om die redenen thans geen aanleiding voor de introductie van nieuwe maatregelen. Een eventuele beleidsmatige heroverweging hiervan is aan een volgend kabinet. Ook bij het wetsvoorstel Wet bronbelasting 2020 werd het uitgangspunt gehanteerd dat een teruggaaf van kapitaal geen dividend is.
Doorstroomvennootschappen
De mogelijkheid om een jaarrekening op te stellen als micro-onderneming, vloeit voort uit artikel 36 van de EU-Richtlijn inzake het jaarrekeningenrecht (de jaarrekeningrichtlijn). Het klopt dat onder die richtlijn ondernemingen met een zeer groot balanstotaal kunnen kwalificeren als microbedrijven en daardoor vallen onder het lichtste rapportageregime en kunnen volstaan met een beperkte jaarrekening. Veel doorstroomvennootschappen vallen onder het lichtste rapportageregime voor micro-ondernemingen.
Vanwege het belang van een uniforme internationale aanpak van doorstroomvennootschappen, wil het kabinet eerst proberen om op EU-niveau op dit punt verder te komen, alvorens te bezien of het jaarrekeningenrecht op dit punt kan worden aangepast. Momenteel bestaat er verdeeldheid tussen lidstaten over de Unshell-richtlijn. Het kabinet blijft zich inzetten om progressie te maken in deze onderhandelingen. Mochten de richtlijnonderhandelingen niet tot het gewenste resultaat leiden, of niet binnen een acceptabele termijn, dan kan Nederland overwegen of nationale maatregelen geboden zijn, waaronder eventueel de maatregel om een aangepaste inkomstendrempel te hanteren voor doorstroomvennootschappen. Een dergelijke afweging is aan een nieuw kabinet.
High net worth individuals
De in de artikelen omschreven materie raakt aan de belastingheffing van zogenoemde ‘high net worth individuals’. Op dit moment wordt verkend of er in internationaal en Europees verband afspraken gemaakt kunnen worden over de belastingheffing van dergelijke individuen. Er lijkt momenteel steun te zijn vanuit enkele andere landen om dit onderwerp in OESO-verband te bespreken.
Bron: Beantwoording Kamervragen over belastingontwijking door de rijkste vrouw van Nederland, nr. 2024-0000312591, en Kamerbrief beantwoording Kamervragen over artikel ‘Hoe chemiebedrijf OCI zijn aandeelhouders miljarden uitkeert en de fiscus met lege handen achterblijft’, nr. 2024-0000319488, Ministerie van Financien, 22 mei 2024.
Geef een reactie