Een homeopaat die geen artsenstudie heeft gevolgd hoeft voor de toepassing van de medische btw-vrijstelling niet de beroepskwalificaties te hebben die gelijkwaardig zijn aan die van een arts. Van belang is dat hij met betrekking tot het verrichten van medische verzorging een gelijkwaardig kwaliteitsniveau heeft als een arts.
Een verpleegkundige stelde dat de door hem verrichte homeopathische diensten vallen onder de btw-vrijstelling voor diensten op het vlak van de gezondheidskundige verzorging van de mens. Rechtbank oordeelde mede op grond van het Solleveld-arrest van het Europese Hof dat het kwaliteitsniveau van de klassieke homeopaat moet worden getoetst aan dat van een arts. Aangezien belanghebbende geen arts was, had hij die toets niet doorstaan. Volgens belanghebbende volgt deze eis noch uit de wet, noch uit het besluit uit 2008 waarin nadere invulling is gegeven aan wat in Nederland moet worden verstaan onder een ‘gelijkwaardig kwaliteitsniveau’. Hij ging met succes in hoger beroep. Hof Amsterdam wees de inspecteur erop dat medische diensten die voor de zorgontvanger – gelet op de beroepskwalificaties van de dienstverleners – een gelijkwaardig kwaliteitsniveau hebben niet verschillend mogen worden behandeld. Artsen die dezelfde opleiding tot homeopaat hebben gevolgd als belanghebbende, mochten de medische vrijstelling toepassen. Belanghebbende mocht daarom ook delen in die vrijstelling. Heffing van omzetbelasting zou namelijk leiden tot schending van het fiscale neutraliteitsbeginsel.
Wet: artikel 11, eerste lid, onderdeel g, onder a, Wet op de omzetbelasting 1968
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam, 1 december 2015 (gepubliceerd 9 december 2015), ECLI:NL:GHAMS:2015:5132
Geef een reactie