Ondernemers die een onderneming drijven in de vorm van een personenvennootschap kunnen onder omstandigheden een verlies wegens oninbaarheid en kwijtschelding nemen ter zake van een vordering van de vennootschap op een van de vennoten. In dat geval is de jurisprudentie over onzakelijke lening echter niet van toepassing, zoals blijkt in de volgende zaak.
Een echtpaar exploiteerde samen met hun zoon in maatschapsverband een potplantenkwekerij. In de loop der jaren waren voor alle maten tekorten op de kapitaalrekeningen ontstaan als gevolg van bedrijfsverliezen en privéopnamen. Het echtpaar wilde een deel van de vordering die de maatschap als gevolg van deze opnamen op de zoon had, als ondernemingsverlies in aftrek brengen op hun inkomen uit box 1. De rechtbank stelde voorop dat de fiscus bij de beoordeling van deze vraag had moeten nagaan of zakelijk handelende ondernemers een maat zouden verplichten het teveel opgenomene te restitueren, dan wel andere voorwaarden te stellen. De jurisprudentie van de Hoge Raad over onzakelijke lening was volgens de rechtbank in dit geval niet van toepassing. Bij een maatschapsovereenkomst is immers sprake van een samenwerkingsverband tussen ondernemers waarbij de maten zich verplichten onder meer arbeid en kennis in de gemeenschap in te brengen, met het doel de daaruit voortvloeiende baten te delen. De door de inspecteur gemaakte vergelijking met een overeenkomst van geldlening ging niet op, nu daarbij een schuldeiser vermogen beschikbaar stelt aan een schuldenaar en niet tevens sprake is van een samenwerkingsverband met deze schuldenaar. Ook de vergelijking met een aandeelhouder ging niet op omdat daarbij geen sprake is van een samenwerkingsverband tussen de betreffende aandeelhouder en de vennootschap waarin hij de aandelen houdt. Het echtpaar mocht uiteindelijk een verlies van € 234.152 in aanmerking nemen wegens kwijtschelding en oninbaarheid van de vordering van de maatschap op de zoon.
Meer over de onzakelijke lening tijdens de PE-Pitstop Onzakelijke lening.
Meer informatie: Rechtbank Gelderland, 12 augustus 2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:5110
Geef een reactie