In dit geval kwalificeert niemand als fiscale partner van de erflaatster. Het langdurig fiscaal partnerschap voor de inkomstenbelasting maakt niet uit, noch dat maar één van overgebleven zussen een beroep doet op de partnervrijstelling.
Drie zussen wonen samen in een gezamenlijke eigen woning, en zijn op dit adres ook alle drie ingeschreven. Zij hebben geen notarieel samenlevingscontract gesloten. Een van de zussen overlijdt in 2016, waarna haar zussen ieder de helft van de nalatenschap erven. Zij woonden op dat moment al meer dan vijf jaar samen. In de aangifte erfbelasting claimt slechts één van de zussen de partnervrijstelling. De inspecteur weigert de vrijstelling omdat er geen sprake is partnerschap voor de erfbelasting.
Geen fiscaal partnerschap
Rechtbank Gelderland volgde de inspecteur omdat beide zussen als partner van de erflaatster kwalificeerden terwijl een persoon op enig moment slechts één fiscale partner kan hebben. De wetgever wilde geen uitzondering maken voor meerrelaties zonder notarieel samenlevingscontract (zie NTFR 2018/1537).
Partnervrijstelling terecht geweigerd
Hof Den Bosch bevestigt de uitspraak. Bij een letterlijke uitleg van de wettekst zouden beide zussen als fiscale partner van de erflaatster kwalificeren omdat de zussen minstens vijf jaar op hetzelfde adres stonden ingeschreven. De wetgever heeft echter expliciet aangegeven dat iemand slechts één fiscale partner kan hebben, en dat er geen sprake (meer) kan zijn van fiscaal partnerschap bij meerrelaties. Uit de wetsgeschiedenis blijkt ook dat er geen uitzondering wordt gemaakt voor broers en zussen die in de ouderlijke woning blijven wonen. In dit geval kwalificeert niemand als fiscale partner van de erflaatster, maar dat is juist beoogd en aanvaard door de wetgever. Het maakt niet uit dat er voor de inkomstenbelasting wél steeds sprake was van fiscaal partnerschap, noch dat de andere zus geen beroep doet op de partnervrijstelling. De vrouw valt ook niet onder goedkeurend beleid, omdat dit alleen geldt bij een notarieel samenlevingscontract waarin een wederzijdse zorgverplichting is vastgelegd.
Wet: art. 1a SW, art. 32 SW, art. 5a AWR en art. 1.2 Wet IB 2001
Bron: Hof Den Bosch 16 november 2022 (gepubliceerd 8 juni 2023), ECLI:NL:GHSHE:2022:3964, 21/00996
Verdiepingscursus Erven en Schenken
In deze cursus zullen vele onderwerpen en vragen de revue passeren. De specialisten van ScholsBurgerhartSchols geven je veel praktische tips en tricks zodat je voor je cliënten aan de slag kunt.
Geef een reactie