Participaties in teakplantages in het buitenland kunnen niet aangemerkt worden als (inkomsten uit) (het bezit van) een onroerende zaak en vaak ook niet als overige inkomsten. De kans dat in zo’n geval geen recht bestaat op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting is zeer groot.
Dit overkwam een man die participaties bezat in teakplantages in Brazilië en Costa Rica. Hij kreeg een navorderingsaanslag opgelegd, waarin de participaties waren meegenomen in de grondslag van het inkomen uit sparen en beleggen. De inspecteur baseerde de waarde van de participaties op de aanschafwaarde en de door participatiehouder zelf verstrekte gegevens. Zowel de rechtbank als het hof vond dat de participatiehouder niet aannemelijk had gemaakt dat de participaties op een lagere waarde moesten worden vastgesteld. Vervolgens kwam de vraag aan bod of de participatiehouder recht had op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Het hof besliste dat in dit geval geen sprake was van (inkomsten uit) (het bezit van) een onroerende zaak. Toepassing van artikel 6 van het Belastingverdrag tussen Nederland en Brazilië was om die reden niet mogelijk. Er bestond evenmin recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting op grond van artikel 22 van het belastingverdrag, dat zag op overige inkomsten. Belanghebbende kon namelijk geen stukken overleggen waaruit bleek dat hij in Brazilië belasting had betaald over de participaties. Nederland had toen nog geen belastingverdrag gesloten met Costa Rica, dus deed belanghebbende een beroep op het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (Bvdb). Dat mocht echter niet baten, want de participaties waren niet onderworpen aan een met de inkomstenbelasting vergelijkbare buitenlandse belasting. Alleen al om die reden had de participatiehouder op grond van het Bvdb geen recht op voorkoming van dubbele belasting. De man ging in cassatie bij de Hoge Raad, maar ook daar had hij geen succes. De Hoge verklaarde het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond.
Meer informatie: Hoge Raad, 27 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:755
Geef een reactie