De normale termijn van vier weken die men krijgt om een verzuim in het bezwaarschrift te herstellen geeft de inspecteur niet meer tijd om te beslissen. Verder verleend uitstel leidt wel tot verlenging van de beslistermijn, zodat over deze periode geen schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn is te vragen.
Een recente zaak geeft meer duidelijkheid op dat gebied. Een man had op 29 oktober 2008 een pro forma bezwaar ingediend tegen een aantal aanslagen inkomstenbelasting. Hij kreeg van de inspecteur twee maal uitstel om zijn bezwaarschrift te motiveren. Hij diende zijn motivering in op 29 juli 2009. De inspecteur deed de uitspraak op het bezwaar op14 april 2010. De man ging in beroep. Toen de rechtbank op 10 februari 2011 uitspraak deed, was duidelijk dat de totale bezwaar- en beroepsprocedure onredelijk lang had geduurd. De Hoge Raad wees erop dat de man negen maanden uitstel had gekregen. De eerste vier weken van deze periode kwamen niet voor zijn rekening, omdat dit de standaardtermijn is. De resterende acht maanden waren wel toe te rekenen aan de belanghebbende. De Hoge Raad oordeelde daarom dat over deze periode van acht maanden geen schadevergoeding moest worden berekend.
Wet: artikel 8:88, eerste lid, onderdeel c Awb
Besluit: paragraaf 7, eerste lid Besluit fiscaal bestuursrecht
Meer informatie: Hoge Raad, 21 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3321
Geef een reactie