Een belastingconsulente had geen recht op een schadevergoeding voor omzet die ze was misgelopen door fouten in het aangifteprogramma van de Belastingdienst. Er was geen sprake van onrechtmatig handelen van de Staat, zo besliste de Hoge Raad.
De belastingconsulente had berekend dat ze 302 uur extra had moeten besteden aan het indienen van de IB-aangiften 2004 en btw-aangiften 2005 door (systeem-)fouten in het aangifteprogramma van de Belastingdienst. Zij hield de Staat aansprakelijk voor dit tijdsverlies en eiste een schadevergoeding van bijna € 25.000 wegen omzetderving. Hof Den Haag gaf aan dat als de vrouw inderdaad veel extra kwijt was geweest, nog niet de vraag was beantwoord dit tot omzetverlies had geleid en of de Staat dat moest vergoeden. Uit de feiten trok het hof de conclusie dat de problemen vooral waren veroorzaakt door de onjuiste manier waarop de belastingconsulente de elektronische aangifte had gedaan. Het hof vond dat deze handelswijze voor risico van de vrouw kwam. De Belastingdienst had haar hulp geboden en daarmee datgene gedaan wat van die dienst redelijkerwijs mocht worden verwacht. Van een onrechtmatig handelen van de Staat tegenover de belastingconsulente was volgens de rechter geen sprake. Eén enkele erkende (software-)fout was volgens het hof niet voldoende voor een ander oordeel, vooral nu de Staat had aangeboden de kosten die met die fout verband hielden te vergoeden. De Hoge Raad verklaarde het cassatieberoep van de vrouw zonder nadere motivering ongegrond.
Meer informatie: Hoge Raad, 14 september 2012, LJN: BW9240
Geef een reactie