Er zijn geen signalen bekend bij de RVO, de Belastingdienst noch de ministeries van Financiën en LVVN dat de toename van NSW-landgoederen (deels) te wijten is aan het opzetten van fiscale ontwijkingsconstructies. Staatssecretaris Van Oostenbruggen geeft antwoord op vragen over de fiscale faciliteiten op grond van de Natuurschoonwet 1928 (landgoederenvrijstelling).
Per saldo is de afgelopen 10 jaar het aantal NSW-landgoederen toegenomen. Deze toename wordt deels veroorzaakt door splitsing van reeds bestaande NSW-landgoederen, door bijvoorbeeld vererving, waarbij na de splitsing elk landgoed nog blijft voldoen aan de NSW-voorwaarden en deels door de aanleg van nieuwe landgoederen.
Er zijn geen signalen bekend bij de RVO, de Belastingdienst noch de Ministeries van Financiën en LVVN dat deze toename (deels) te wijten is aan het opzetten van fiscale ontwijkingsconstructies.
Bij een verzoek tot aanmerking als NSW-landgoed, of een mutatie daarop, wordt het landgoed gecontroleerd door de Belastingdienst, indien nodig samen met een ecoloog van de RVO of de Provincie. Daarnaast voert de Belastingdienst (periodieke) controles uit om te toetsen of het NSW-landgoed aan de voorwaarden blijft voldoen. Van elke controle wordt een rapport opgemaakt.
Fiscale faciliteiten
De fiscale faciliteiten voor NSW-landgoederen betreffen eenmalige faciliteiten bij de verkrijging van een landgoed (de erf-of schenkbelasting en de overdrachtsbelasting) en jaarlijkse faciliteiten (de onroerendezaakbelasting, de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting)
De voorwaarden die gelden om in aanmerking te komen voor de diverse vrijstellingen voor NSW-landgoederen bieden volgens het kabinet voldoende waarborg om te voorkomen dat gebruik van deze faciliteiten niet in overeenstemming is met de doelstellingen hiervan. Door de verscherpte eisen om onder de NSW gerangschikt te kunnen worden en de instandhoudings- en bezitseisen van 25 jaar en het toezicht daarop door de Belastingdienst en de RVO is de verwachting dat oneigenlijk gebruik door de aanpassingen zeker vanaf 1 januari 2021 niet tot nauwelijks meer aan de orde zal zijn. De evaluatie van deze aanpassingen is voorzien in 2033. Dat is een goed moment is om te kijken of nieuwe regelgeving heeft gewerkt of dat aanvullende beleidswijzigingen nodig zijn.
Geef een reactie