Bij juridische afsplitsing van een OZR zijn twee belastbare feiten te onderscheiden, te weten de overgang onder algemene titel van onroerende zaken en de uitgifte van aandelen aan de aandeelhouders. Bij wijziging van het belang bij de onroerende zaken van de aandeelhouders zijn deze overdrachtsbelasting verschuldigd.
Vader had alle certificaten van aandelen in een onroerende zaakrechtspersoon (OZR). Deze OZR had zelf deelnemingen in negen dochtervennootschappen, die alle negen ook kwalificeerden als OZR. Na het overlijden van vader kwamen de certificaten toe aan de drie kinderen. Twee kinderen kregen ieder 37,6% van de certificaten en het derde kind kreeg 24,6%. De OZR werd vervolgens juridisch gesplitst en daarbij ging het vermogen van de OZR over op twee nieuw opgerichte B.V.’s die ook kwalificeerden als OZR. De twee kinderen kregen elk 50% van de aandelen in een nieuw opgerichte B.V. De waarde van de onroerende zaken in die andere B.V. was € 10 miljoen meer dan de oorspronkelijke gerechtigdheid van de twee kinderen.
Betalen
In geschil bij Rechtbank Gelderland is of de juridische splitsing en meer in het bijzonder de uitgifte van aandelen aan de twee kinderen tot verschuldigdheid van overdrachtsbelasting leidt. De rechtbank is van mening dat bij splitsing van een OZR twee belastbare feiten plaatsvinden. Dit zijn: (1) de overgang onder algemene titel van de onroerende zaken op de verkrijgende OZR en (2) de uitgifte van aandelen in de nieuw op te richten OZR aan de aandeelhouder(s). Volgens de inspecteur is overdrachtsbelasting verschuldigd voor zover het belang van de aandeelhouders door de afsplitsing bij de onroerende zaken is uitgebreid. De rechtbank volgt het standpunt van de inspecteur. In de parlementaire geschiedenis is naar voren gekomen dat moet worden voorkomen dat fiscale claims verloren gaan en transacties die naar doel en strekking van de wet belast zouden zijn, buiten de heffing blijven. Aan het voorgaande doet niet af dat voor een juridische fusie wel een vrijstelling zou gelden. Het staat de wetgever vrij om aan toepassing van vrijstellingen overdrachtsbelasting verschillende voorwaarden te stellen. De twee kinderen moeten voor uitbreiding van hun belang bij de onroerende zaken overdrachtsbelasting betalen.
Wet: art. 15 lid 1 onderdeel h WBR
Meer informatie: Rechtbank Gelderland 27 februari 2019 (gepubliceerd 1 mei 2019), ECLI:NL:RBGEL:2019:824
Geef een reactie