Volgens Staatssecretaris Weekers zijn er geen argumenten die pleiten voor een (verdergaande) terugwerkende kracht met betrekking tot bezwaarschriften tegen aanslagen erf- en schenkbelasting naar aanleiding van de uitspraak van Rechtbank Breda over de discriminerende werking van de successiewet.
Volgens de staatssecretaris zijn er een drietal redenen die verruimde terugwerkende kracht van de bezwaarschriften onnodig en onwenselijk maken:
1. Als er al openstaande bezwaren zijn die zijn ingediend vóór 1 augustus 2012 en die, hoewel ze niet op de uitspraak van de Rechtbank Breda (kunnen) zijn gebaseerd, dezelfde rechtsvraag betreffen als de rechtbankuitspraak, vallen deze onder de aanwijzing als massaal bezwaar.
2. Het terugdraaien van uitspraken op bezwaarschriften, ingediend vóór 1 augustus 2012, die wel reeds zijn gedaan, staat op gespannen voet met het wettelijk systeem met betrekking tot de rechtsbescherming van belastingplichtigen.
3. Het in acht nemen van terugwerkende kracht van welke duur dan ook, zonder dat er voor die termijn een deugdelijke onderbouwing bestaat, zal leiden tot rechtsongelijkheid tussen belanghebbenden die net wel en net niet binnen de nader vastgestelde termijn vallen.
Lees ook: Tienduizenden bezwaarschriften erf- en schenkbelasting
Meer informatie: Staatssecretaris Weekers reageert op vragen van de vaste commissie voor Financiën over het besluit massaal bezwaar erf- en schenkbelasting.
Geef een reactie