Sinds 1 januari 2012 is de fiscus niet meer gebonden aan een navorderingstermijn voor zover het gaat om buitenlandse bestanddelen van de nalatenschap als men geen (juiste of volledige) aangifte erfbelasting heeft ingediend. Rechtbank Noord-Holland heeft onlangs duidelijk gemaakt dat het vervallen van de navorderingstermijn geen terugwerkende kracht heeft.
In de desbetreffende zaak was de erflater in september 1981 overleden. In 1982 werd de aangifte successierecht (de voorloper van de erfbelasting) ingediend. Daarin maakten de erfgenamen geen melding van het buitenlandse vermogen van de erflater. Pas eind 2011 lichtten zij de Belastingdienst in over het buitenlandse vermogen. De inspecteur legde de erfgenamen toen navorderingsaanslagen successierecht op. Net zoals de erfgenamen vond de rechtbank dat dit niet mogelijk was. Uit de letterlijke tekst van het relevante wetsartikel haalde de rechter dat de onbeperkte navorderingstermijn alleen gold voor zover de navorderingsbevoegdheid nog bestond op 1 januari 2012. Uit de parlementaire geschiedenis bleek evenmin dat de invoering van de onbeperkte navorderingstermijn terugwerkende kracht had. De rechtbank oordeelde dat de oude navorderingstermijn van twaalf jaar was verstreken en vernietigde de navorderingsaanslag.
Wet: artikel 66, derde lid SW 1956
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland, 18 juni 2015 (gepubliceerd 25 juni 2015), ECLI:NL:RBNHO:2015:4824
Geef een reactie