In een besluit van 28 september keurt de staatssecretaris van Financiën goed dat giften die door een vennootschap (mede) zijn gedaan naar aanleiding van de persoonlijke charitatieve behoefte van de aandeelhouder toch voor aftrek in aanmerking kunnen komen.
Bij de giftenaftrek van artikel 16 Wet Vpb wordt herhaaldelijk gevraagd of giften die verband houden met persoonlijke vrijgevigheid van de aandeelhouder wel in aanmerking komen voor giftenaftrek. Gezien het verband met een persoonlijke behoefte van de aandeelhouder zouden deze giften kwalificeren als middellijke uitdeling en als zodanig geheel van aftrek zijn uitgesloten.
Goedkeuring
Een dergelijke benadering acht de staatssecretaris van Financiën niet passend bij doel en strekking van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting. Hij hanteert daarom de volgende uitleg (voor zover nodig goedkeurend):
'Een gift door een vennootschap die is ingegeven door de persoonlijk charitatieve behoefte van de aandeelhouder, maar (overigens) voldoet aan de door artikel 16 van de Wet Vpb gestelde vereisten voor giftenaftrek, komt als gift in aftrek op grond van artikel 16 van de Wet Vpb en wordt niet als uitdeling aangemerkt voor de inkomstenbelasting.'
Daarbij mag de aandeelhouder geen doorslaggevende zeggenschap hebben over de begiftigde ANBI.
Wet: artikel 16 Wet Vpb
Meer informatie: BLKB2015-396, VPBWI, Giftenaftrek of uitdeling
Geef een reactie