Als de verkoper van aandelen futures op dezelfde aandelen koopt, kan hij zijn economische belang bij die aandelen houden. De koper kan in dat geval de dividendbelasting op de aandelen niet verrekenen.
Een bv maakt onderdeel uit van een concern dat handelt in aandelen. De bv verkrijgt aandelen van een derde partij en administreert deze in haar boekhouding. Een buitenlandse groepsmaatschappij van de bv verkoopt futures (termijncontracten) op de betreffende aandelen aan dezelfde derde partij. Deze derde geniet deels de dividendbelasting die de bv als voorbelasting heeft verrekend met de verschuldigde vennootschapsbelasting. De Belastingdienst meent echter dat de bv de dividendbelasting niet heeft mogen verrekenen. De zaak komt voor Rechtbank Noord-Holland. De rechtbank stelt dat de bv aan de volgende voorwaarden moet voldoen, wil zij de dividendbelasting kunnen verrekenen:
- de bv moet op het moment van de dividenduitkering juridisch en economisch gerechtigd zijn tot de dividenden, waarover de heffing van dividendbelasting plaatsvindt; en
- zij dient de uiteindelijk gerechtigde van het desbetreffende dividend te zijn.
Economisch belang blijft bij verkoper
De rechtbank stelt vast dat de bv inderdaad kwalificeert als opbrengstgerechtigde. Daardoor behoort het dividend tot haar winstbestanddelen. Maar de rechtbank merkt de bv niet aan als de uiteindelijk gerechtigde. Dit komt doordat de derde van wie de aandelen zijn gekocht het economische belang bij de aandelen heeft gehouden. Deze derde heeft de futures op de aandelen gekocht en is zelf beperkt verrekeningsgerechtigd. Omdat de bv niet voldoet aan de tweede voorwaarde, mag zij de geheven dividendbelasting niet verrekenen.
Wet: art. 15 en 16 AWR en art. 25, eerste en tweede lid Wet Vpb 1969
Bron: Rechtbank Noord-Holland 4 juli 2023 (gepubliceerd 7 juli 2023), ECLI:NL:RBNHO:2023:6247, HAA 22/3342
Geef een reactie