Aan de beginselen van formele rechtskracht en/of opgewekt vertrouwen komt bij toepassing van het Unierecht een andere betekenis toe dan in het nationale recht. Een beschikking fiscale eenheid omzetbelasting geeft alleen de zekerheid op een eventuele hoofdelijke aansprakelijkstelling voor de verschuldigde omzetbelasting van de fiscale eenheid of een onderdeel hiervan.
Een B.V. had tot doel het verlenen van zorg ondersteunende en facilitaire diensten in de ruimst mogelijke betekenis. Een ziekenhuis hield indirect 51% van de aandelen in de B.V. De B.V. verrichtte haar diensten met name aan het ziekenhuis. Na daarom te hebben verzocht gaf de inspecteur een beschikking fiscale eenheid omzetbelasting af. In 2012 verzocht de inspecteur om nadere informatie over de samenwerking tussen de B.V., het ziekenhuis en de overige vennootschappen. Na ontvangst van de informatie nam de inspecteur het standpunt in dat er nooit een fiscale eenheid omzetbelasting kon hebben bestaan en legde een naheffingsaanslag op.
Voorwaarden
In geschil bij Hof Den Bosch is of aan de afgegeven beschikking fiscale eenheid omzetbelasting vertrouwen kon worden ontleend dat er een fiscale eenheid was. Het hof oordeelt dat op grond van eerdere rechtspraak volgt dat het bestaan van een fiscale eenheid omzetbelasting niet afhangt van de wil van de betrokken partijen. Volgens het Unierecht is slechts doorslaggevend of aan alle voorwaarden voor het bestaan van een fiscale eenheid wordt voldaan. Aan een beschikking kon de B.V. geen zekerheid of vertrouwen ontlenen dat zij wel tot een fiscale eenheid behoorde. De enige zekerheid van een beschikking is de zekerheid van het hoofdelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de verschuldigde omzetbelasting van het ziekenhuis of de fiscale eenheid. Verder oordeelt het hof dat aan beginselen van formele rechtskracht en/of opgewerkt vertrouwen bij toepassing van het Unierecht een andere betekenis toekomt dan in het nationale recht. Daarbij komt dat in het nationale recht geen regeling is getroffen om het niet bestaan of het einde van de fiscale regeling te constateren, bijvoorbeeld door een voor bezwaar vatbare beschikking. De inspecteur heeft een mogelijkheid, namelijk het opleggen van een naheffingsaanslag. Het hof laat de naheffingsaanslag voor de B.V. in stand.
Wet: art. 7 lid 4 Wet OB 1968 en art. 43 IW 1990
Meer informatie: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 24 mei 2019 (gepubliceerd 15 augustus 2019), ECLI:NL:GHSHE:2019:1974
Geef een reactie