De fiscus mag een naheffingsaanslag loonheffingen opleggen aan een inhoudingsplichtige voor teruggestorte loonbelastingbetalingen, mits de inhoudingsplichtige om teruggaaf heeft verzocht.
Als de loonheffingen geheel of gedeeltelijk niet zijn betaald, kan de fiscus de te weinig geheven belasting naheffen. Van het geheel of gedeeltelijk niet betalen van belasting is sprake als bijvoorbeeld naar aanleiding van een verzoek van de inhoudingsplichtige ten onrechte of tot een te hoog bedrag teruggaaf van belasting is verleend. Gaat de fiscus echter op eigen initiatief bedragen terugstorten, dan is naheffing niet mogelijk. Dit bleek uit een zaak voor Rechtbank Den Haag. Het ging in deze zaak om een bv die voor elk aangiftetijdvak twee afzonderlijke aangiften indiende, één voor de loonbetaling aan de dga en één voor de loonbetalingen aan de werknemers. De tweede aangifte werd echter steeds vervangen door de eerste aangifte. De betalingen over een tijdvak die meer bedroegen dan het bedrag van de tweede aangifte waren steeds terugbetaald aan de bv. Toen de fiscus dit constateerde verzocht hij de bv om correctieberichten in te dienen die zowel de loongegevens van de dga als die van het personeel bevatten. Nu de bv dit niet had gedaan, legde de inspecteur naheffingsaanslagen op aan de bv. Volgens de rechtbank konden deze aanslagen niet in stand blijven, want de bv had geen verzoek om teruggaaf gedaan. De teruggaven vonden kennelijk ambtshalve en buiten de wil van de bv plaats, zo stelde de rechter. De rechtbank vond het daarbij irrelevant dat de bv de aangiften niet volgens de voorgeschreven handelswijze in het Handboek loonheffingen had gedaan.
Wet: artikel 20 AWR
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 6 juni 2012 (gepubliceerd 2 juli 2012), LJN: BW9964
Geef een reactie