Volgens Rechtbank Noord-Holland is de toepassing van de btw-vrijstelling voor bemiddeling bij handel in effecten gecompliceerd en vereist maatwerk. De rechtbank oordeelde daarom dat een exploitant van een handelsplatform voor aandelen en opties gelet op de hoeveelheid zeer casuïstische jurisprudentie over de toepassing van deze vrijstelling een pleitbaar standpunt had ingenomen.
De bv in deze zaak weigerde de btw die naar haar was verlegd te betalen. Zij meende dat een andere bv die het handelsplatform feitelijk opereerde en beheerde, bemiddelde bij handelingen in effecten en waardepapieren. Volgens de rechtbank verrichtte de beheerder van het handelsplatform geen vrijgestelde diensten maar btw-belaste administratieve en technische diensten. Het was de exploitant van het handelsplatform die uiteindelijk alle beslissingen nam en eindverantwoordelijk was voor naleving van de wettelijke regels. De naheffingsaanslag van ruim een half miljoen moest daarom in stand blijven. Wel vernietigde de rechtbank de verzuimboete, omdat sprake was van een pleitbaar standpunt. De bv had namelijk advies ingewonnen van een gerenommeerd kantoor en had op basis van dat advies gehandeld. De rechtbank vond dat diensten zoals deze, waaraan ingewikkelde en omvangrijke overeenkomsten ten grondslag liggen, zonder zorgvuldige bestudering niet eenvoudig zijn te duiden. Ze geven immers nog steeds aanleiding voor procedures.
Wet: artikel 11, eerste lid, onderdeel i, ten tweede, van de Wet OB 1968
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland, 7 april 2014 (gepubliceerd op 28 april 2014), ECLI:NL:RBNHO:2014:2894
Geef een reactie