Als een gemeente een beleid voert waardoor bepaalde handelingen, bijvoorbeeld het plaatsen van een dakkapel, niet belast worden met leges en andere soortgelijke handelingen wel, schendt zij het gelijkheidsbeginsel. Dat kan ertoe leiden dat de rechter de opgelegde leges-aanslagen zal vernietigen.
Gemeenten mogen rechten heffen als iemand het genot heeft van diensten die de gemeente verstrekt. Zo kan een gemeente leges in rekening brengen als zij een ingediende aanvraag van een omgevingsvergunning in behandeling neemt. De gemeente moet daarbij wel een consistent beleid volgen. In een zaak voor Hof Den Haag had een man een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend omdat hij een dakkapel wilde laten bouwen. Aanvankelijk zou de dakkapel afwijken van de dakkapel van zijn buren. Na overleg met de gemeente besloot de man de specificaties van de te bouwen dakkapel aan te passen aan die van zijn buren. Enige tijd later liet een buurtgenoot een afwijkende dakkapel bouwen zonder dat hij daarvoor een vergunning had hoeven aan te vragen. Het bleek dat het beleid van de gemeente was om geen afzonderlijke vergunning te eisen voor het bouwen van een dakkapel als de woning eenmaal is opgeleverd. De man was echter niet over dit beleid ingelicht. Had hij geen omgevingsvergunning aangevraagd, dan had hij evenmin leges hoeven te betalen. Het hof oordeelt dat het in strijd is met het gelijkheidsbeginsel om de man leges te laten betalen terwijl in andere, gelijke gevallen de heffing van leges achterwege blijft. Het hof vernietigt daarom de aanslag die de gemeente aan de man had opgelegd.
Wet: art. 229, eerste lid, eerste lid GW
Meer informatie: Gerechtshof Den Haag 5 juni 2018 (gepubliceerd 7 juni 2018), ECLI:NL:GHDHA:2018:1360
Geef een reactie