Volgens de wet de moet gemeente in beginsel een bezwaar tegen een WOZ-beschikking behandelen in het jaar waarin het bezwaarschrift is ontvangen. De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat de gemeente toch de redelijke termijn van een half jaar uit de rechtspraak moet aanhouden.
De Hoge Raad verwees naar zijn eerdere arrest van 22 maart 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BX6666). In dit arrest stelde de Hoge Raad de redelijke termijn voor de behandeling van een bezwaarschrift op zes maanden en de termijn voor beroep op anderhalf jaar. De Hoge Raad vindt het niet gepast deze termijnen te variëren al naar gelang de wettelijke beslistermijn varieert. Onder bijzondere omstandigheden kan de termijn wel worden aangepast. De wetgever had de termijn voor een bezwaarschrift tegen een WOZ-beschikking echter verlengd vanwege de piekbelasting die in de WOZ-procedures voortvloeide uit het systeem van uitvoering van de Wet WOZ. Deze omstandigheid was volgens de Hoge Raad geen rechtvaardiging om de behandeltermijn te verlengen.
Wet: artikel 30, lid 9 Wet WOZ
Meer informatie: Hoge Raad, 30 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3173
Geef een reactie