Als een WOZ-beschikking op naam van een aantal erven is gesteld, kan één van die erfgenamen niet stellen dat de WOZ-beschikking niet tot haar is gericht. Deze erfgenaam kan dan volgens Rechtbank Limburg niet van de gemeente eisen haar een afzonderlijke WOZ-beschikking op te sturen.
Een vrouw was in 2012 mede-eigenares geworden van een onroerende zaak. Zij vroeg de gemeente onder meer om een voor bezwaar vatbare WOZ-beschikking voor het belastingjaar 2012. Deze WOZ-beschikking zou op haar naam moeten staan.
Beschikking niet letterlijk op haar naam
De gemeente wees dit verzoek af. Toen de vrouw in beroep ging tegen deze afwijzing, constateerde de rechtbank dat de executeur al een bezwaarschrift had ingediend tegen de WOZ-beschikking over 2012. De gemeente had hierop gereageerd door aan de executeur op naam van de gezamenlijk erven een WOZ-beschikking op te sturen. Omdat de vrouw ook een van de erfgenamen was, was deze WOZ-beschikking ook aan haar gericht. Dat de beschikking niet letterlijk op haar naam was gesteld, deed daaraan niets af. De reactie op het bezwaarschrift telde ook als een beschikking. De gemeente hoefde van de rechtbank niet naar iedere erfgenaam een afzonderlijke WOZ-beschikking te zenden.
Wet: artikelen 22, 24, derde en vierde lid, 26 en 28 Wet WOZ
Meer informatie: Rechtbank Limburg 31 juli 2017 (gepubliceerd 10 augustus 2017), ECLI:NL:RBLIM:2017:7759
Geef een reactie