Een vrouw die op onzakelijke gronden geld uitleent aan een B.V. van haar partner verkeert rechtens en feitelijk in een andere positie dan deze partner die onder dezelfde omstandigheden geld uitleent aan zijn eigen B.V. Althans, tot deze conclusie komt Advocaat-Generaal Niessen.
Een vrouw leende geld uit aan een B.V., waarvan haar fiscale partner indirect alle aandelen hield. Daarbij waren geen schriftelijke overeenkomsten opgesteld en geen zekerheden door de B.V. verstrekt aan de vrouw. Twee jaar later failleerde de B.V. De vrouw wenste het afwaarderingsverlies op haar inkomen in mindering te brengen. De vrouw voert in cassatie aan dat zij als terbeschikkingsteller (tbs’er) zonder aanmerkelijk belang in de debiteur – ongelijk wordt behandeld ten opzichte van een aanmerkelijkbelanghouder die onder dezelfde onzakelijke voorwaarden een geldlening verstrekt aan zijn B.V. Voor laatstgenoemde vormt het afwaarderingsverlies informeel kapitaal, dat in de toekomst zijn winst uit aanmerkelijk belang verlaagt. De tbs’er pur sang kan het verlies niet in mindering brengen. Voor deze ongelijke behandeling is geen rechtvaardiging aldus de vrouw.
Geen gelijke gevallen
Advocaat-Generaal Niessen heeft conclusie genomen. De A-G vergelijkt de situatie van de aanmerkelijkbelanghouder die aan zijn B.V. een oneigenlijke lening verstrekt en de tbs’er pur sang, die een onzakelijke lening verstrekt aan de B.V. van diens partner. Hij concludeert dat een kwijtscheldingsverlies in beide gevallen de verkrijgingsprijs van de aandelen in de B.V. verhoogd. In het eerste geval komt de waardestijging bij de aanmerkelijkbelanghouder zelf terecht, in het tweede geval bij de partner met aanmerkelijk belang. De vrouw verkeert volgens de A-G rechtens en feitelijk niet in dezelfde positie als haar partner. De A-G oordeelt daarom dat het gelijkheidsbeginsel niet is geschonden en adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep ongegrond te verklaren.
Wet: artikel 3.91 en 3.92 Wet IB 2001
Meer informatie: Parket bij de Hoge Raad 16 februari 2017 (gepubliceerd op 10 maart 2017), ECLI:NL:PHR:2017:130
Geef een reactie