De fiscus kan btw naheffen als een ondernemer geen btw afdraagt omdat hij ten onrechte de margeregeling heeft toegepast. Uit een uitspraak van Rechtbank Arnhem blijkt dat een ondernemer het gebruik van de margeregeling niet kan afdwingen door een papieren leverancier tussen te schuiven in zijn transacties.
Het ging om een bv die handelde in personenauto’s. De bv leek enkele auto’s via Spaanse vennootschappen te hebben ingekocht van Duitse bedrijven. De auto’s waren in het verleden al korte tijd gebruikt door ondernemers met een recht op aftrek van voorbelasting. De Duitse ondernemingen hadden in verband met de intracommunautaire levering eerst nul procent btw gefactureerd aan de Spaanse vennootschappen. Daarna hadden de Spaanse vennootschappen in hun factuur aan de bv gesteld dat zij onder de margeregeling vielen. De bv droeg daarom geen omzetbelasting af over de intracommunautaire levering. De bv verkocht de auto’s met toepassing van de margeregeling aan een derde Nederlandse autohandelaar. De bv liet de auto’s rechtstreeks van Duitsland naar Nederland vervoeren. Zowel de Belastingdienst als de rechtbank vond dat de bv de margeregeling niet mocht toepassen, omdat zij in werkelijkheid de auto’s niet had verkregen van de Spaanse vennootschappen. Deze vennootschappen hadden namelijk nooit de feitelijke beschikkingsmacht over de auto’s gehad, maar slechts een factuur opgesteld. De bv had de auto’s gewoon verkregen van de Duitse ondernemingen. Deze transactie was een belaste intracommunautaire verwerving. Hierdoor mocht de inspecteur de btw naheffen.
Wet: artikel 1, onderdeel b en artikel 28b OB 1968
Meer informatie: Rechtbank Arnhem, 28 augustus 2012, LJN: BX5612
Geef een reactie