Uit een uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland blijkt dat een belastingplichtige met succes een beroep kan doen op het vertrouwensbeginsel als hij van de Belastingtelefoon onjuiste informatie krijgt. De belastingplichtige mag dan niet fiscaal onderlegd zijn en hij moet schade hebben geleden.
Een eigenaar van twee oldtimers kreeg twee naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting (MRB) opgelegd vanwege het niet betalen van de MRB. De man stapte naar de rechtbank en deed een beroep op het vertrouwensbeginsel. Volgens de man had een medewerker van de Belastingtelefoon hem gezegd dat hij in aanmerking kon komen voor de overgangsregeling in de MRB voor oldtimers als hij een automatische incasso zou afgeven. Pas veel later trof hij brieven aan waarin stond dat men voor oldtimers niet automatisch kan betalen. De inspecteur stelde dat de medewerker de foute inlichtingen nooit kon hebben gegeven. Maar de rechtbank was niet overtuigd. De man had namelijk een formulier voor automatische incasso ontvangen. Bovendien stelde de rechtbank dat uit onderzoek van de Consumentenbond was gebleken dat een gesprek met de Belastingtelefoon niet altijd de juiste informatie oplevert. Zie: ‘Vierde onvoldoende voor Belastingtelefoon’. Het was dus aannemelijk dat de Belastingtelefoon inderdaad onjuiste informatie had verstrekt aan de man.
Geleden schade
Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel was verder vereist dat de foute informatie niet zo duidelijk in strijd was met de wet, dat de man had moeten beseffen dat de informatie onjuist was. Daarnaast moest zijn voldaan aan het dispositievereiste. Deze eis hield in dat de man schade had geleden anders dan de verschuldigdheid van de belasting. Omdat de man niet fiscaal was onderlegd, oordeelde de rechtbank dat hij de onjuistheid van de informatie niet had kunnen herkennen. Ten slotte had de man ook schade geleden omdat hij door de gang van zaken het normale tarief voor de MRB moest betalen in plaats van het begunstigde tarief voor oldtimers. De rechtbank honoreerde het beroep op het vertrouwensbeginsel en vernietigde de naheffingsaanslagen MRB.
Meer informatie: Rechtbank Noord-Nederland 18 oktober 2016 (gepubliceerd 15 november 2016), ECLI:NL:RBNNE:2016:4589
Geef een reactie