Een belastingplichtige die tijdens een beroepsprocedure de gelegenheid krijgt om een getuige op te roepen, kan hiervan ter zitting geen gebruik meer maken als op een eerder aanbod niet is ingegaan, zo oordeelde Hof Den Bosch.
In de betreffende zaak was een inspecteur in beroep gegaan tegen een uitspraak van Rechtbank Breda, die een naheffingsaanslag die aan een ondernemer was opgelegd, had vernietigd. In de uitnodiging voor de zitting stond dat de ondernemer een getuige kon meenemen naar de zitting, maar dit moest dan wel uiterlijk een week voor de zitting worden meegedeeld aan het Hof en de inspecteur. De ondernemer maakte hiervan geen gebruik, maar tijdens een tweede zitting meldde de gemachtigde van de ondernemer dat hij alsnog een getuige wilde oproepen. Het Hof wees dit verzoek af, omdat de ondernemer eerder uitdrukkelijk was gewezen op de mogelijkheid om een getuige te (laten) verhoren. Nu hiervan geen gebruik was gemaakt, kon op een later moment niet alsnog een verzoek hiertoe worden gedaan.
Meer informatie: Hof Den Bosch, 17 oktober 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:4817
Geef een reactie