Wordt een dga door een curator aansprakelijk gesteld voor een faillissementstekort? Dan is geen sprake van een schuld die rechtstreeks samenhangt met het door de dga aan zijn B.V. ter beschikking gestelde vermogen. Een betaling uit aansprakelijkstelling in privé is daarom niet aftrekbaar.
Een dga had een aantal 100%-belangen in B.V.'s en een indirect belang van 66,67% in een N.V. Een andere aandeelhouder had de resterende aandelen in die N.V. In 2008 ging de dga in privé een ‘raamovereenkomst en vastlegging krediet- en borgstellingsvoorwaarden dga’s en vennootschappen’ aan met externe financierders voor maximaal € 350.000. In 2011 failleerde de N.V. Een financierder sprak de dga aan. Ook de curator stelde de dga hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort in het faillissement van de N.V. De curator was van mening dat er paulianeus was gehandeld. In geschil bij Hof Den Haag is of de betaalde borg door de dga en de aansprakelijkstelling door de curator in het faillissement in aftrek komt op het belastbaar inkomen uit werk en woning van de dga. Voor aftrek van het als borg betaalde bedrag is beslissend of de borgstelling heeft plaatsgevonden in de hoedanigheid als aandeelhouder van de N.V. Als de borgstelling vanwege aandeelhoudersmotieven is aangegaan, is een verlies onder bepaalde voorwaarden niet aftrekbaar. Van belang is of een niet van de winst van de N.V. afhankelijke vergoeding voor de borgstelling kan worden bepaald waartegen een onafhankelijke derde bereid zou zijn geweest eenzelfde borgstelling te aanvaarden, onder overigens dezelfde voorwaarden en omstandigheden. De dga kan het hof niet overtuigen dat de borgstelling anders dan in de hoedanigheid als aandeelhouder is aangegaan. De betaling van € 350.000 is niet aftrekbaar.
Aansprakelijkstelling boedeltekort
Het hof oordeelt dat de aansprakelijkstelling vanwege een boedeltekort door de curator voor de dga een schuld vormt. De aansprakelijkstelling van de dga voor het faillissementstekort is juridisch afdwingbaar en op geld waardeerbaar. Echter deze schuld hangt niet rechtstreeks samen met het door de dga aan de N.V. ter beschikking gestelde vermogen. De betaling in het kader van de aansprakelijkstelling voor het tekort in het faillissement is daarom niet aftrekbaar
Wet: art. 3.92 Wet IB 2001 en art. 2:11 en 2:248 BW
Meer informatie: Gerechtshof Den Haag 26 september 2018 (gepubliceerd op 2 oktober 2018), ECLI:NL:GHDHA:2018:2547
Geef een reactie