De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit over beschikbare-premieregelingen en premie- en kapitaalovereenkomsten geactualiseerd. De tabellen die in de bijlage bij het besluit staan zijn aangepast voor de leeftijden 15 tot en met 64 en uitgebreid met de leeftijden 65 en 66. Dit is gebeurd vanwege de verhoging van de pensioenrichtleeftijd naar 67 jaar met ingang van 2014.
Het besluit heeft als doel de fiscale regels te verduidelijken voor pensioenregelingen die de Pensioenwet aanduidt als en premie- of kapitaalovereenkomst. Bij de behandeling van de Pensioenwet zijn destijds verschillende soorten premieovereenkomsten aan de orde geweest. Een pensioenovereenkomst kan inhouden:
- een uitkeringsovereenkomst,
- een kapitaalovereenkomst, of
- een premieovereenkomst.
Drie premieovereenkomsten
Er zijn in beginsel drie soorten premieovereenkomsten te onderscheiden:
a. De zuivere premieovereenkomst. Hierbij wordt de beschikbaar gestelde premie belegd tot aan de pensioendatum. Daardoor is onzeker tot welk kapitaal deze premies aangroeien. Het beleggingsrisico komt tot aan de pensioendatum voor rekening van de werknemer. Daarnaast kan de gemiddelde levensverwachting tijdens de opbouwfase veranderen. Ook dat risico (langlevenrisico) is voor rekening van de werknemer.
b. De premieovereenkomst waarbij de premie onmiddellijk wordt omgezet in een aanspraak op kapitaal. Met de beschikbaar gestelde premie kopen partijen meteen na het beschikbaar stellen een kapitaalverzekering in. De verzekeraar zet op de pensioendatum het beschikbare verzekerde kapitaal tegen de dan geldende tarieven om in een aanspraak op een periodieke uitkering. Hierbij is het beleggingsrisico overgenomen door de verzekeraar, maar blijft het langlevenrisico voor rekening van de werknemer.
c. De premieovereenkomst waarbij de premie onmiddellijk wordt omgezet in een aanspraak op een uitkering. Partijen kopen met de premie meteen een verzekering voor een periodieke uitkering in. In dat geval neemt de verzekeraar zowel het langlevenrisico als het beleggingsrisico over.
Fiscale beoordeling
Voor de fiscale beoordeling van een pensioenregeling is het voor de pensioenopbouw gebruikte pensioenstelsel van belang. De pensioenopbouw moet plaatsvinden volgens een eindloonstelsel, een middelloonstelsel of een beschikbare-premiestelsel. In een aantal gevallen bevatten premieovereenkomsten naast kenmerken van een beschikbare-premiestelsel ook elementen van een eindloon- of middelloonstelsel. In zulke regelingen is sprake van samenloop van verschillende pensioenstelsels. Voor de fiscale kwalificatie worden alle elementen van de pensioenregeling samen en in onderlinge samenhang bezien. Vervolgens moet worden vastgesteld onder welke van de drie stelsels de regeling valt. In het gepubliceerde besluit wordt de fiscale behandeling van de verschillende pensioenovereenkomsten behandeld.
Wet: artikel 10 Pensioenwet en artikel 4.3, eerste lid, URLB 2011
Meer informatie: ministerie van Financiën, 12 februari 2013, nr. BLKB2013/43M
Geef een reactie