In het eerder gepubliceerde standpunt van de Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting was een oorzaak voor de verhoging van het overeengekomen gegarandeerde kapitaal vermeld. Naar aanleiding van vragen of het standpunt alleen bij die oorzaak geldt, is het standpunt aangepast.
Het is mogelijk dat het overeengekomen gegarandeerde kapitaal van een KEW op 31 december 2012 na die datum wordt verhoogd naar een kapitaal dat hoger is dan het overeengekomen gegarandeerde kapitaal op 31 december 2012. In dat geval leidt die verhoging wél tot een fictieve uitkering in de zin van artikel 10bis.4, derde lid, onderdeel h, Wet IB 2001 en tot verlies van de eerbiedigende werking van artikel 10bis.2, eerste lid, Wet IB 2001. Dit is alleen anders als verhoging van het overeengekomen gegarandeerde kapitaal plaatsvindt op grond van een “normale en gebruikelijke” optieclausule die al op 31 december 2012 in de overeenkomst was opgenomen. Verhoging van het overeengekomen gegarandeerde kapitaal is dus mogelijk, mits het overeengekomen gegarandeerde kapitaal op geen enkel moment hoger is dan het gegarandeerde kapitaal op 31 december 2012.
Geef een reactie