Soms koopt iemand grond om er zeker van te zijn dat het uitzicht vanuit zijn eigen woning mooi blijft. Zowel de fiscus als Hof Den Bosch ziet in dit motief geen reden om de gekochte grond als aanhorigheden te bestempelen. De financieringsrente met betrekking tot de verworven grond is dus niet aftrekbaar als eigenwoningrente.
Een man was sinds eind 1990 eigenaar van een woonhuis met erf, tuin, cultuurgrond en verdere aanhorigheden. Het woonhuis bood uitzicht op twee percelen weiland. In 2003 en 2008 kocht de man deze percelen om zijn vrije uitzicht te garanderen. De man financierde de aankopen van al deze onroerende zaken met leningen bij verbonden bv’s. Hij wilde alle rente over deze leningen aftrekken. De inspecteur stond dat niet toe, omdat de percelen weiland niet tot de eigen woning behoorden.
Uitzicht vervult geen woonfunctie
De man start daarop een beroepsprocedure. Zijn standpunt is dat de weilanden kwalificeren als aanhorigheden van zijn eigen woning. Volgens hem zijn de percelen namelijk functioneel dienstbaar aan de eigen woning. Het hof erkent dat de functies van de eigen woning niet zijn beperkt tot het slapen, eten/drinken en verblijf. Ook het bieden van opslag en het geven van de mogelijkheid om hobby’s uit te oefenen zijn functies van de woning. Maar het hof vindt de enkele omstandigheid dat de percelen het vrije uitzicht vanuit de eigen woning garanderen onvoldoende om een woonfunctie te constateren. De verhoging van woongenot is immers een subjectieve omstandigheid. Men kan dus niet zeggen dat de percelen in objectieve zin functioneel dienstbaar zijn aan de eigen woning. Het hof verwerpt daarom het standpunt van de man en verklaart zijn hoger beroep ongegrond.
Geef een reactie