Het veelbesproken Groupe Steria-arrest is volgens mr. S. Jankie, medewerkster bij de Belastingdienst, niet van belang voor de Nederlandse fiscale eenheid. Zij betoogt dit in het Weekblad Fiscaal Recht.
Het persoonlijke standpunt van mr. Jankie wijkt daarmee af van dat van mr. M. Ruijschop (zie: De fiscale eenheid is dood, lang leve de fiscale eenheid). Mr. Jankie wijst erop dat de zaak Groupe Steria (Hof van Justitie van de EU, 2 september 2015, nr. C-386/14) vooral betrekking had op de aftrekbaarheid van kosten van het houden van deelnemingen. Een moedermaatschappij hoefde namelijk geen forfaitaire bijtelling van niet-aftrekbare deelnemingskosten toe te passen voor zover zij fiscaal was geïntegreerd met de desbetreffende dochtermaatschappij. De fiscale integratie stond alleen open voor Franse vennootschappen. Mr. Jankie constateert dat deze schending van de vrijheid van vestiging niet voortvloeit uit een consolidatievoordeel. In haar ogen heeft het Groupe Steria-arrest meer raakvlakken met het Bosal-arrest (Hof van Justitie van de EU, 18 september 2003, nr. C-168/01). Zie voor meer informatie over het Bosal-arrest: Staatssecretaris wil Bosal-gat dichten. Mr. Jankie stelt vervolgens dat de per-element-benadering uit het Groupe Steria-arrest niet ziet op voordelen die onlosmakelijk voortvloeien uit consolidatie. Volgens haar biedt de Nederlandse fiscale eenheid uitsluitend consolidatievoor- en nadelen. Daarom concludeert mr. Jankie dat het Groupe Steria-arrest geen afbreuk doet aan de geldigheid van het Nederlandse fiscale eenheidsregime.
Geef een reactie