Op een uitkering van een in een stamrecht-bv gestorte ontslagvergoeding, die door een in het buitenland gevestigd lichaam is uitbetaald, is louter Nederlands recht van toepassing. Deze uitkering is immers gedaan door een in Nederland gevestigde inhoudingsplichtige en wordt genoten door een inwoner van Nederland.
Na jarenlang in de Verenigde Staten te hebben gewerkt als technoloog bij Shell keerde een man in 2011, als gevolg van een wereldwijde reorganisatie, terug naar Nederland. Hij ontving in het kader van het ontslagtraject een ontslagvergoeding en bracht deze in 2012 onder in een stamrecht-bv. Daarbij was gebruik gemaakt van de toen geldende stamrechtvrijstelling en was inhouding van loonheffing achterwege gebleven. Het stamrechtkapitaal was in 2014 in één keer uitgekeerd. De bv droeg toen loonheffing af over 80% van de waarde van de uitkering. In geschil was de toedeling van de heffingsbevoegdheid over deze uitkering. Belanghebbende stelde dat, gelet op zijn arbeidsverleden in de VS, sprake was van een uitgesteld heffingsmoment. Daarop zou volgens hem het belastingverdrag Nederland-Verenigde Staten van toepassing zijn.
Nationale situatie
De rechtbank oordeelde dat de uitkering van het stamrechtkapitaal in één keer in 2014 het belastbare feit vormde. Nu deze uitkering was gedaan door een in Nederland gevestigde inhoudingsplichtige en werd genoten door een inwoner van Nederland, was louter Nederlands recht van toepassing. De rechter verklaarde het beroep van belanghebbende daarom ongegrond. Terecht, concludeert Advocaat-Generaal Niessen. De vastgestelde feiten deden de A-G vermoeden dat de ontslagvergoeding was verstrekt in de vorm van een recht op een lijfrente in de zin van artikel 19, lid 5, van het belastingverdrag, welke volgens het eerste lid van die bepaling aan Nederland ter belastingheffing is toegewezen. Na de verkrijging van de ontslagvergoeding vond geen belastbaar feit meer plaats waarop het belastingverdrag van toepassing was, aldus de A-G.
Meer informatie: Parket bij de Hoge Raad, 18 januari 2017, (gepubliceerd op 3 februari 2017), ECLI:NL:PHR:2017:25
Geef een reactie