Het Hof van Justitie van de EU heeft bevestigd dat een afgetrokken bedrag aan btw op een vooruitbetaling wordt herzien als de overeengekomen levering niet plaatsvindt. De Belastingdienst hoeft niet te wachten totdat de leverancier het ontvangen bedrag terugbetaalt aan zijn afnemer.
Het Hof deed deze uitspraak naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Bulgaarse belastingrechter. Een Bulgaarse vennootschap had 10.000 ton graan besteld bij een andere Bulgaarse vennootschap. De afnemer moest van tevoren betalen. De Bulgaarse belastingdienst hief de afgetrokken btw over de vooruitbetaling na. De inspecteur stelde dat de graanlevering niet had plaatsgevonden en dat de factuur van de leverancier deel uitmaakte van een fraudesysteem. De afnemer had dit volgens de Bulgaarse fiscus kunnen weten omdat de leverancier niet was geregistreerd bij de nationale dienst. De Bulgaarse rechter vroeg zich af hoe dit alles uitpakte voor de aftrek van voorbelasting. Het Hof maakte duidelijk dat de btw op een factuur met betrekking tot een vooruitbetaling moet worden herzien als de levering uiteindelijk niet plaatsvindt. Deze herziening vindt zelfs plaats als de leverancier de btw nog steeds moet betalen en de vooruitbetaling nog niet heeft terugbetaald.
Meer informatie: Hof van Justitie van de EU, 13 maart 2014, C107/13
Geef een reactie