De ‘gebruiksvee’-arresten hebben gevolgen voor ondernemers voor wie op 1 januari 2018 de landbouwregeling verplicht eindigde en voor ondernemers die eerder dan genoemde datum vrijwillig uit die regeling stapten.
Voor (landbouw)ondernemers, waaronder melkveehouders, die ervoor hadden gekozen om onder de landbouwregeling vrijgesteld van omzetbelasting te presteren, was de omzetbelasting op opfokkosten van jongvee niet aftrekbaar. Ondernemers kunnen de eerder niet genoten aftrek van omzetbelasting op de opfokkosten van jongvee alsnog herzien op het moment dat het vee als bedrijfsmiddel, dus als melkkoe, in gebruik is of wordt genomen voor met omzetbelasting belaste prestaties. Dit heeft de Hoge Raad beslist op 7 juni 2019 in de ‘gebruiksvee-arresten’.
Periode waarover een ondernemer kan herzien vanwege beëindiging landbouwregeling
Het uitgangspunt van de Belastingdienst is dat aan de gebruiksvee-arresten geen terugwerkende kracht toekomt. De periode waarover een ondernemer kan herzien hangt af van het antwoord op de vraag of de ondernemer op tijd in bezwaar en/of beroep is gegaan. Een ondernemer is op tijd wanneer hij binnen zes weken na de dag(tekening) van de bestreden voldoening op aangifte of bestreden teruggaafbeschikking bezwaar heeft aangetekend.
- Ondernemers die op tijd waren met hun bezwaar en/of beroep kunnen over een langere periode herzien en krijgen meer omzetbelasting terug dan ondernemers die niet op tijd waren.
- Ondernemers die niet of niet op tijd in bezwaar en/of beroep zijn gegaan, kunnen alleen herzien over tijdvakken die op de dag vóór de gebruiksvee-arresten (6 juni 2019) nog niet onherroepelijk vaststonden.
Forfaitaire percentages bij herziening
Bij de herziening van de omzetbelasting kan gebruik worden gemaakt van forfaitaire percentages. Dat is omdat de opfokkosten niet nauwkeurig voor elk afzonderlijk dier te bepalen zijn. Naar aanleiding van overleg tussen de Belastingdienst, de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) en de Vereniging van Accountants- en Belastingadviesbureaus (VLB) zijn herzieningspercentages vastgesteld. Deze percentages zijn gebaseerd op onder andere een gemiddelde veestapel, gemiddelde resterende herzieningsjaren en gemiddelde boekwaardes van gebruiksvee.
Herzien met een suppletieaangifte over 2019
Een ondernemer kan zijn aangifte in 1 keer herzien door het indienen van een suppletieaangifte over 2019 op basis van de forfaitaire percentages. In deze percentages zijn alle herzieningsjaren (verdisconteerd) verwerkt. De goedkeuring om in 1 keer te herzien op basis van forfaitaire percentages wordt opgenomen in een beleidsbesluit.
Berekenen van de herziening als het bezwaar en/of beroep op tijd was
Hieronder staat de berekening voor de ondernemer die op tijd bezwaar heeft gemaakt en/of op tijd beroep heeft aangetekend tegen de aangifte over het tijdvak waarin de herziening over het gebruiksvee per 31 december 2017 is verwerkt.
Berekening van de herziening in 1 keer:
- 3,7% van de balanswaarde van de melkkoeien op 31 december 2017 en
- 7,6% van de balanswaarde van al het jongvee op 31 december 2017.
Berekening van de herziening als het bezwaar en/of beroep niet op tijd was
Hieronder staat de berekening voor de ondernemer die niet op tijd in bezwaar en/of beroep is gegaan. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:
- Deze ondernemer kan alleen herzien vanaf 2019, het jaar van de gebruiksvee-arresten, voor tijdvakken die op de dag vóór de gebruiksvee arresten (6 juni 2019) nog niet onherroepelijk vaststonden.
- Jongvee dat op 31 december 2017 ouder dan 1 jaar was, is vóór 7 juni 2019 in gebruik genomen. Daarom kan niet (alsnog) worden herzien op jongvee dat op 31 december 2017 jonger was dan 2 jaar, maar ouder dan 1 jaar.
Berekening herziening in 1 keer:
- 2,4% van de balanswaarde van de melkkoeien op 31 december 2017 en
- 7,6% van de balanswaarde van het jongvee dat op 31 december 2017 jonger dan 1 jaar was én dat in 2019 in gebruik is genomen in een tijdvak dat op 6 juni 2019 nog niet onherroepelijk vaststond.
Meer informatie: Belastingdienst, 2 april 2020
Geef een reactie