Vanwege onvoldoende verband tussen activiteiten kan geen herinvesteringsreserve worden gevormd en aangewend voor de nieuwe activiteit materieelverhuur bij de gedeeltelijke staking van een melkveehouderij.
Een melkveehouder beëindigde zijn melkveehouderij en combineerde vervolgens een jongveehouderij met de verhuur van materieel waaronder een rupskraan. In discussie was of een herinvesteringsreserve kon worden gevormd en aangewend voor de aanschaf van de rupskraan. Hof ’s-Hertogenbosch oordeelde dat een herinvesteringsreserve gevormd en aangewend kon worden over een gestaakt deel van een onderneming mits aanwending verband hield met het voortgezette deel van de onderneming. Met de inspecteur was het Hof van mening dat materieelverhuur daarvoor te veel in aard verschilde van een jongveehouderij. Omdat er restwaarde risico voor de rupskraan was, verlaagde het Hof de aanslag van de inspecteur wel met de afschrijvingskosten van de rupskraan.
Wet: besluit Staatssecretaris van Financiën 9 december 2011, nr. BLBK 2011/2061M, Stcrt. 2011, 23172, artikel 3.30 lid 1 en 3.54 Wet IB 2001.
Meer informatie: Gerechtshof ’s Hertogenbosch 13 maart 2015 (gepubliceerd 21 september 2015)
Geef een reactie