In Tax Talks Focus van 13 juni 2017 gaat mr. F.R. Herreveld in op de trends en ontwikkelingen in de fiscale procesvoering en hoe je daar als adviseur mee om moet gaan.
Herreveld constateert dat er weliswaar veel procedures zijn, maar ziet een belangrijke ontwikkeling. Procedures op het gebied van winst en vennootschapsbelasting komen weinig voor. Veel procedures gaan over kleine dingen in de inkomstenbelasting of gemeentelijke belastingen.
Dat heeft zowel te maken met de proceshouding van de Belastingdienst als met de houding om niet te gaan procederen bij bedrijven. De Belastingdienst procedeert het liefst zo weinig mogelijk en het financiële belang om te gaan procederen speelt daarbij een belangrijke rol. Herreveld meent dat horizontaal toezicht bij de Belastingdienst ook tot aanzienlijk minder rechtszaken leidt. Grote bedrijven proberen fiscale procedures zoveel mogelijk uit de weg te gaan. Deze leiden namelijk tot onzekerheid over de balanspost vennootschapsbelasting en geven een hoop gedoe bij de vaststelling van de jaarrekening.
Onderschat belang
Veel adviseurs onderschatten het belang en de moeilijkheid van het voeren van een fiscale procedure. Die denken dat ze zelf beter de procedure bij de rechtbank kunnen voeren uit kostenoverwegingen en de gedachte dat ze als enige de klant en het ‘dossier’ kennen. Deze adviseurs maken een denkfout. Veel adviseurs kunnen niet goed procederen. Volgens Herreveld is zelfs 99% van de adviseurs niet in staat goed te procederen. Ze zijn er niet dagelijks mee bezig, terwijl bij de Belastingdienst een veel grotere ervaring aanwezig is. Fiscalisten in de adviespraktijk maken de fout dat ze in de procedure te weinig feiten stellen of onvoldoende weerwoord hebben als de Belastingdienst de gestelde feiten weerlegt. Veel procedures gaan verloren, omdat er onvoldoende feiten gesteld worden voor de rechtbank en de Belastingdienst wel feiten aandraagt of de door de adviseurs gestelde feiten weerlegt.
Beleid fiscus geen hoger beroep
Als de Belastingdienst bij de rechtbank in het ongelijk gesteld wordt, berust de Belastingdienst daarin meestal. Dit is officieus het beleid. Tenzij de Belastingdienst vindt dat het oordeel van een hogere rechter moet komen of sprake is van een fraudezaak. Bovendien is een inspecteur bij een hoger beroep verplicht een procesdeskundige in te schakelen. Als die niet wil procederen komt er geen hoger beroep. Hieruit volgt dat het bij een fiscaal geschil belangrijk is om al bij de rechtbank gelijk te krijgen en een deskundige of collega in te schakelen om de procedure te gaan voeren.
U kunt de Tax Talks Focus uitzending nu bekijken in uw on demand omgeving!
Nog geen abonnee? > Meld u aan!
Geef een reactie