Op grond van het voorrangsbeginsel kan de belastingrechter van een EU-lidstaat soms verplicht zijn om een uitspraak van een hogere nationale rechter naast zich neer te leggen.
Een Hongaarse vennootschap, een Kft, oefent een groothandelsactiviteit uit. In dat kader verwerft zij tussen juli 2012 en juni 2013 verschillende kantoorbenodigdheden. Op de meeste facturen staat een Hongaars bedrijf als leverancier vermeld. Maar de Hongaarse fiscus constateert dat dit bedrijf geen reële economische activiteit uitoefent. Het bedrijf komt evenmin zijn fiscale verplichtingen na. De Hongaarse inspecteur vindt de aan de Kft gerichte facturen op naam van het bedrijf niet geloofwaardig. Daarnaast vindt hij dat de Kft onvoldoende informatie heeft ingewonnen over de identiteit van haar werkelijke leverancier en de naleving van zijn fiscale verplichtingen. Daarmee heeft de Kft zich schuldig heeft gemaakt aan passieve fraude, aldus de Hongaarse inspecteur. Vervolgens weigert hij de aftrek van voorbelasting. De Kft is het daarmee oneens en start een beroepsprocedure. Zij stelt dat de weigering van de aftrek van voorbelasting is gebaseerd op niet-bewezen feiten. Ook zou de bewijslast bij de fiscus liggen.
Prejudiciële vragen beginsel van voorrang
De rechter voor de agglomeratie Boedapest stelt vast dat er verschillen bestaan tussen de Hongaarse rechterlijke instanties wat betreft de gevolgen die moeten worden afgeleid uit de Europese rechtspraak. Sommige uitspraken lijken onverenigbaar te zijn met het EU-recht. Aan de andere kant is de desbetreffende lagere rechter gebonden aan arresten van de hogere rechter. Voor opheldering heeft de rechter grofweg gezegd de volgende prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de EU:
- Schendt de hoogste nationale rechter het beginsel van voorrang van het Unierecht als hij een beslissing van het Hof zo uitlegt, dat zij geen nieuwe elementen bevat die tot de herroeping van eerdere beslissingen van het Hof of tot wijziging van de eerder ontwikkelde rechtspraak van de hoogste nationale rechter leidt of kan leiden?
- Geldt het beginsel van voorrang van beslissingen van het Hof ook als de hoogste nationale rechter verwijst naar haar eerdere beslissingen als precedent? En maakt het daarbij uit of de beslissing van het Hof bij beschikking is gegeven?
Vragen over bewijslast
Daarnaast stelt de Hongaarse rechter de volgende vragen over de bewijslastverdeling:
- Mag de fiscus van de btw-ondernemer verlangen dat hij persoonlijk contact onderhoudt met de opsteller van de factuur of dat hij uitsluitend via het officieel aangemelde e-mailadres contact heeft met zijn leverancier?
- Stel dat een btw-ondernemer alle stukken met betrekking tot de betwiste transacties heeft overgelegd. Mag in dat geval de fiscus hem de btw-aftrek weigeren omdat de ontvangen facturen onvoldoende op juistheid zijn gecontroleerd?
- Mag de constatering dat de opsteller van de factuur geen economische activiteit heeft verricht uitsluitend zijn gebaseerd op de verklaring van de bestuurder van de leverancier?
- Vormt de manier waarop een constructie is vormgegeven op zich al voldoende objectief bewijs van belastingfraude als de fiscus constateert dat de gefactureerde goederen uit de EG afkomstig zijn en dat de btw-ondernemer de tweede deelnemer van een leveringsketen is?
Uitleg van voorrangsbeginsel
Het Hof van Justitie van de EU oordeelt dat het voorrangsbeginsel een nationale rechter onder voorwaarden verplicht om de uitspraak van een hogere nationale rechter naast zich neer te leggen. Dit is het geval als die lagere rechter prejudiciële vragen aan het hof heeft gesteld en oordeelt dat de uitspraak van de hogere rechter niet in overeenstemming is met de uitleg van het Hof. De nationale wetgever mag nationale belastingrechters wel verplichten om hun keuze om de uitspraken van de hogere nationale rechter te negeren te motiveren.
Voorwaarden voor weigeren aftrek voorbelasting
Daarnaast oordeelt het Hof dat de inspecteur de aftrek van voorbelasting mag weigeren als hij aan de hand van een circulaire heeft vastgesteld dat de facturen niet geloofwaardig zijn en de btw-ondernemer de facturen onvoldoende heeft gecontroleerd. Maar deze praktijk en circulaire ontslaan een belastingdienst niet van de verplichting om objectieve gegevens te verzamelen waarmee zij bewijzen dat de btw-ondernemer wist of had moeten weten van de btw-fraude. De fiscus mag de btw-ondernemer bovendien niet belasten met complexe en grondige controles ten aanzien van zijn medecontractant. De vereisten die een belastingdienst toepast moeten verder in overeenstemming zijn met de circulaire. Ten slotte moet de circulaire aan de btw-ondernemers zijn bekend gemaakt, ondubbelzinnig zijn geformuleerd en de toepassing van de circulaire moet voorzienbaar zijn voor de partijen.
Bewijslast bij inspecteur
Een belastingdienst kan volgens het Hof niet volstaan met het bewijzen dat een handeling deel uitmaakt van keten waarbinnen facturen zijn rondgestuurd. De inspecteur zal nauwkeurig de bestanddelen van de fraude moeten omschrijven en het bewijs van de frauduleuze handelingen leveren. Vervolgens moet hij aantonen dat de btw-ondernemer actief aan die fraude heeft deelgenomen of wist of had moeten weten dat het afnemen van prestaties, waarvoor hij aftrek van voorbelasting claimt verband hield met die fraude. De fiscus hoeft niet noodzakelijkerwijs vast te stellen welke spelers allemaal aan die fraude hebben deelgenomen en welke respectieve handelingen zij hebben verricht.
Wet: art. 15, eerste lid, onderdeel a Wet OB 1968
Bron: Hof van Justitie van de EU 11 januari 2024, ECLI:EU:C:2024:6, C-537/22
NDFR-pakket op maat
Snel betrouwbare fiscale duiding vinden die ook nog betaalbaar is? Dat kan met NDFR op maat – de oplossing die je in staat stelt om vol vertrouwen voorop te blijven lopen in het fiscale landschap.
Als MKB-advieskantoor wil je natuurlijk niet het duurste totaalpakket afnemen. Maar wel kunnen beschikken over waardevolle fiscale informatie die specifiek voor jou van belang is. Daarnaast wil je wel gebruik maken van een geavanceerde zoekfunctionaliteit, nuttige tools en software die grote bedrijven ook gebruiken, daarom is er nu: NDFR op maat.
Geef een reactie