Spreken een man en vrouw in het kader van de echtscheiding af dat de vrouw de woning toebedeeld krijgt en de man in ruil daarvoor een gedeelte van het pensioen van de vrouw ontvangt? Dan vindt pensioenverrekening door de vrouw plaats en leidt bij haar fictief tot ontvangst van een in box 1 belaste periodieke uitkering ter vervanging van pensioen. Met een reactie van mr. dr. Gerard Staats, fiscaal jurist van BDO.
In 2010 was de echtscheiding uitgesproken door de rechtbank van een man en een vrouw. In het echtscheidingsconvenant kwamen de man en de vrouw onder meer een verdeling overeen van de boedel. Tot de boedel behoorde de echtelijke woning. De man en de vrouw hadden gedurende hun huwelijk pensioenrechten opgebouwd. De vrouw kreeg de woning toebedeeld en werd daardoor overbedeeld. De partijen wilden dit compenseren door verrekening van een gedeelte van de pensioenrechten van de vrouw aan de man.
In geschil is of de inspecteur het belastbaar inkomen uit werk en woning van de vrouw terecht heeft verhoogd met het door haar aan de man toebedeelde pensioen. Het hof oordeelde dat de vrouw en haar ex-echtgenoot zijn overgegaan tot pensioenverrekening. Hierbij heeft de vrouw een deel van haar pensioenaanspraken afgestaan in ruil voor het aan haar toebedelen van het woonhuis. Volgens het hof hadden de vrouw en haar echtgenoot hiermee feitelijk een situatie gecreëerd waarin de pensioenaanspraken, die niet behoorden tot de huwelijksgoederengemeenschap, worden uitgeruild met een woonhuis, dat wel behoort tot de huwelijksgoederengemeenschap. De vrouw is daarmee overgegaan tot pensioenverrekening en dit leidt tot een te belasten periodieke uitkering bij de vrouw. Het hof handhaafde de navorderingsaanslag van de vrouw.
Reactie Gerard Staats
Taxence vroeg mr. dr. Gerard Staats om een reactie. 'Bij een echtscheiding spelen niet zelden pensioen- en/of lijfrenteaanspraken een rol. Zo ook in de onderhavige casus. Veelal beschouwen echtelieden de waarde van deze aanspraken als onderdeel van de te verdelen boedel. Bij een gemeenschap van goederen is dan het uitgangspunt dat ieder 50% van de te verdelen boedel moet ontvangen. In feite is dit ook juist (hoewel pensioenaanspraken uiteraard op grond van art. 1:94 BW niet tot de gemeenschap behoren), en als men bij de verdeling de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding volgt en daarnaast alles 50/50 verdeelt, ontstaan er geen fiscale problemen. Echter, in deze casus ontstaan er wel fiscale problemen.
Uit de feiten in de onderhavige situatie blijkt, dat de waarde van de pensioen- en lijfrenteaanspraken alsmede de eigen woning (incl. schulden en spaarverzekering) bij elkaar wordt geteld en bij helfte wordt verdeeld. Hierbij verkrijgt de man een groter deel van het pensioen en lijfrente en de vrouw (de belanghebbende in deze casus) een groter deel van de eigen woning. Feitelijk worden dus pensioen- en lijfrenteaanspraken verrekend met een deel van de eigen woning. En, hoe ontevredenstellend wellicht ook, dit gaat niet fiscaal geruisloos. Zie hiervoor ook bijvoorbeeld ECLI:NL:HR:2013:BZ0565, Hoge Raad, 08-02-2013, 12/01759 en mijn artikel hierover in WFR 2012/1679.
De uitspraak van het Hof kan dan ook niet anders luiden en het is een schoolvoorbeeld hoe men in de praktijk niet moet omgaan met pensioenaanspraken en verdeling/verrekening. Het leidt dus nu tot een aanzienlijke heffing bij de vrouw en de man kan uiteraard een aftrekpost ter grootte van het hetzelfde bedrag opvoeren. En dat was niet de bedoeling. Dit had men kunnen voorkomen, door in het jaar van verrekening te opteren voor fiscaal partnerschap (art. 2.17, lid 7 Wet IB 2001), waardoor de man en de vrouw de bijtelling op grond van art. 3.102, lid 3 Wet IB 2001 en de aftrekpost op grond van art. 6.3, lid 1, onder d Wet IB 2001 beide aan de vrouw hadden kunnen toedelen, waardoor het geheel fiscaal neutraal kan verlopen. Dat maakt de zaak nog eens bijzonder sneu.'
Op maandag 12 februari 2018 verzorgt mr. dr. Gerard Staats een PE-Pitstop DGA-pensioen. Tijdens deze PE-Pitstop worden de mogelijkheden van de advisering omtrent het DGA-pensioen in 2018 besproken. > Meer informatie en aanmelden.
Meer informatie: Gerechtshof Den Bosch 14 december 2017 (gepubliceerd op 15 januari 2018), ECLI:NL:GHSHE:2017:5584
Geef een reactie