Overstijgen de baten van leges die de gemeente heeft ingeschat de geraamde lasten met 10% of meer? Dan kan de heffingsverordening (voor bijvoorbeeld rioolafvoerrecht) geheel onverbindend worden verklaard en moeten de legesnota’s worden vernietigd. Hiermee geeft de Hoge Raad invulling aan het begrip ‘in betekenende mate’.
Gemeenten zijn bij het vaststellen van legestarieven gebonden aan de beperking die artikel 229b, lid 1 van de Gemeentewet stelt: de geraamde baten van de rechten mogen niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake. In sommige gevallen kan een verordening of tariefstelling algeheel onverbindendheid worden verklaard, al is hiervan door de rechtspraak van de Hoge Raad niet snel sprake (10 april 2009, LJN BC3691). Ten eerste moet het de gemeente vooraf duidelijk zijn geweest dat de verordening (of de tariefstelling) niet voldoet aan de kostenlimiet van artikel 229b, lid 1 van de Gemeentewet, en bovendien moeten de gecorrigeerde geraamde baten ‘in betekenende mate’ uitgaan boven de geraamde lasten. Het Hof Arnhem ging ervan uit dat sprake is van ‘in betekenende mate’ als de geraamde baten met ten minste 25% de geraamde lasten overstijgen. De Hoge Raad heeft echter beslist dat dit al het geval is als de geraamde baten met ten minste 10% de geraamde laste overstijgen. De zaak is verwezen.
Wet: artikel 229b, lid 1, Gemeentewet
Meer informatie: Hoge Raad, 13 april 2012, LJN: BU7248
Geef een reactie