Bij beroepsprocedures tegen WOZ-waardebeschikkingen is het vaak onduidelijk welk uurtarief de rechter hanteert bij de berekening van de vergoeding voor gemaakte taxatiekosten. In een arrest heeft de Hoge Raad een oproep gedaan aan de rechtbanken en hoven om een beleid te ontwikkelen voor een uniforme berekening van de uurtarieven.
Het maximale tarief dat de belastingrechter hanteert bij het berekenen van een proceskostenvergoeding voor gemaakte taxatiekosten is € 81,23 per uur (zie ook ‘Beknibbel niet op taxateur'). Dit is namelijk het tarief dat geldt voor werkzaamheden waarvoor geen specifiek tarief geldt. Het gaat daarbij om werkzaamheden die niet of in meer of mindere mate van wetenschappelijke of bijzondere aard zijn. De Hoge Raad stelt dat taxatiekosten in het algemeen niet van wetenschappelijke, maar wel van bijzondere aard zijn. De oproep van de Hoge Raad gaat niet zo ver dat de rechter één vast tarief moet vaststellen. Het te hanteren uurtarief moet namelijk afhangen van de aard van het object waarvan de taxateur de waarde moet berekenen. Het maximale uurtarief zal pas aan de orde zijn als de taxatie vanwege de aard van het object zeer complex is. Overigens moet de rechter het uurtarief verhogen met de btw als de belanghebbende deze btw niet kan aftrekken.
Besluit: artikel 1, eerste lid, onderdeel b Besluit proceskosten bestuursrecht en artikel 6 Besluit tarieven in strafzaken 2003
Meer informatie: Hoge Raad, 13 juli 2012, LJN: BX0904
Geef een reactie