Als de afspraken binnen een fiscale eenheid Vpb over het gebruik van bijvoorbeeld een merknaam door een vaste inrichting en de daarvoor verschuldigde royalty’s zakelijk zijn, moet men rekening houden met de royaltybetalingen. Zo concludeert de A-G van de Hoge Raad in een Sarakreek-geval.
Een bv die deel uitmaakte van een internationaal concern kocht in 1996 voor $ 63.4 miljoen het recht om een immaterieel activum (format) voor een periode van 15 jaar te exploiteren. Zij sloot in 1999 een franchise-overeenkomst met haar werkmaatschappij. De werkmaatschappij had een verlieslijdende vaste inrichting in Spanje die tegen betaling van royalty’s ook gebruik mocht maken van het format. De bv en de werkmaatschappij gingen in 2002 een fiscale eenheid aan voor de vennootschapsbelasting, de bv als moeder en de werkmaatschappij als kleindochter. In de aangifte vennootschapsbelasting gaf de bv de inhaalverliezen van de vaste inrichting op, zonder daarbij rekening te houden met de royaltybetalingen. De inspecteur ging daar niet mee akkoord en corrigeerde het verlies. De afwijzing van het bezwaar van de bv leidde tot een beroepsprocedure. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaarde het beroep van de bv gegrond en stelde het over te brengen inhaalverlies uit de vaste inrichting vast op een lager bedrag. Beide partijen stelden sprongcassatie in.
Interne royalty’s
De A-G van de Hoge Raad is het met de fiscus en de staatssecretaris eens dat bij de berekening van de inhaalverliezen rekening moest worden gehouden met de door de vaste inrichting betaalde en arm’s length bepaalde royalty’s. Nergens uit blijkt dat de partijen in dit Sarakreek-geval twijfels hadden over de zakelijkheid van de afspraken over het gebruik van het format door de vaste inrichting en de daarvoor verschuldigde royalty’s. De A-G concludeert daarom dat de royaltybetalingen – net zoals het valutaresultaat op het zakelijke interne leverancierskrediet– ondanks hun fiscaalrechtelijk interne karakter fiscaal erkend kunnen en moeten worden. Volgens de A-G leidt dit bovendien tot een evenwichtig resultaat, nu ook de Spaanse fiscus de royaltybetalingen ten laste van de winst van de vaste inrichting brengt.
Wet: artikel 35 Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (Vervallen)
Hoge Raad, ECLI:NL:HR:1986:AW8002, BNB 1986/239, V-N 1986/2334 (Sarakreek)
Meer informatie: Hoge Raad, 20 mei 2015 (gepubliceerd op 5 juni 2015), ECLI:NL:PHR:2015:818
Geef een reactie