Dat alleen een positieve/negatieve hypotheekverklaring werd afgegeven en de verstrekker bij achterblijvende aflossing geen invorderingsmaatregelen nam, leidde er volgens Rechtbank Gelderland niet toe dat sprake was van een onzakelijke lening.
Een houdstermaatschappij verstrekte in de jaren 2009 tot en met 2011 diverse leningen aan een vennootschap, waarin zij in de loop van 2009 een belang verwierf. In 2012 schold zij een deel van de leningen kwijt. Met betrekking tot de leningen die waren verstrekt in 2009 en 2010 had de inspecteur volgens de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat sprake was van onzakelijke leningen. De houdster trad in dit geval op als informal investor. De voorwaarden waaronder dergelijke investeerders financieringen verstrekken verschillen van de voorwaarden van bancaire financieringen. Dat slechts een positieve/negatieve hypotheekverklaring was afgegeven, de in 2009 verstrekte lening niet op 1 maart 2010 werd afgelost en dat er geen invorderingsmaatregelen waren genomen, was onvoldoende voor het door de inspecteur betoogde rechtsgevolg. Voor de leningen verstrekt in 2011 was dat echter anders. Gezien de situatie was het aannemelijk dat bij het verstrekken van de leningen toen de hoedanigheid als aandeelhouder doorslaggevend was geweest, aldus de rechtbank. Het afwaarderingsverlies op deze leningen was dan ook terecht buiten beschouwing gelaten.
Wet: artikel 8 Wet Vpb
Meer informatie: Rechtbank Gelderland, 24 november 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:7215
Geef een reactie