Examendiensten vallen in beginsel onder de onderwijsvrijstelling voor de omzetbelasting. Daarvoor geldt wel als voorwaarde dat de ondernemer is ingeschreven in het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Een bv, hield zich bezig met examendiensten. Zij had voor College B examenonderdelen voor het staatsexamen Nederlands als tweede taal ontwikkeld, opgaven gemaakt en beoordeeld. Hiervoor had zij een vergoeding ontvangen. College B heeft namens DUO het staatsexamen Nederlands als tweede taal afgenomen.
Bij de Hoge Raad is in geschil of de bv recht heeft op de onderwijsvrijstelling en is vrijgesteld voor de omzetbelasting voor de ontvangen vergoeding voor het verrichten van de examendiensten. De Hoge Raad oordeelt dat onder de onderwijsvrijstelling ook examendiensten in de breedste zin van het woord worden bedoeld. Onder die werkzaamheden vallen: het ontwikkelen van examens, het opstellen van examenopgaven, het uitdelen en innemen van examenopgaven en de beoordeling van gemaakte opgaven. Desondanks heeft de bv geen recht op toepassing van de onderwijsvrijstelling. De bv is namelijk geen erkende onderwijsinstelling, omdat ze niet is ingeschreven in het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs (CRKBO).
Wet: art. 11 lid 1 letter O Wet OB 1968 en art. 8 lid 2 Uitv besl OB
Bron: Hoge Raad 17 september 2021, ECLI:NL:HR:2021:1305, 19/03081
Geef een reactie