Al is een medische keuring een voorwaarde voor het uitvoeren van een lesvlucht, die noodzakelijk is voor het behouden van een vliegbrevet voor een verkeersvlieger, dan nog wil dat niet zeggen dat de kosten direct verband houden met het leertraject. Met een reactie van mr. Pascal van Arnhem.
Een verkeersvlieger behaalde zijn vliegbrevet eind 2009. Dit brevet was een jaar geldig. Om het brevet te verlengen moest de verkeersvlieger een scholingsprogramma volgen. Tot de kosten van dit programma behoorde ook een bedrag voor een medische keuring. De Belastingdienst had de aftrek van de uitgaven voor dit scholingsprogramma en de medische keuring geweigerd. Hof Arnhem-Leeuwarden had in hoger beroep de verkeersvlieger gelijk gegeven en de aftrek van de kosten voor het volgen van het programma en de medische keuring als scholingskosten gekwalificeerd. Voor wat betreft de kosten van de medische keuring als scholingskosten was volgens het hof van belang dat het scholingsprogramma alleen tot een goed einde kon worden gebracht na een positieve medische keuring. Er was een rechtstreeks verband tussen het leertraject en de uitgaven voor de medische keuring volgens het hof.
De Hoge Raad verwijst naar de parlementaire geschiedenis waarin staat dat voor aftrek is vereist dat de uitgaven direct verband houden met het leertraject, in die zin dat sprake is van kosten, lasten of afschrijvingen die reëel en rechtstreeks op het leertraject betrekking hebben. De Hoge Raad oordeelt voor wat betreft de kosten voor de medische keuring dat deze niet zijn aan te merken als uitgaven die direct verband houden met het leertraject. De uitgaven voor de medische keuring zijn niet aftrekbaar als scholingsuitgaven.
Reactie mr. Pascal van Arnhem
Taxence vroeg mr. Pascal van Arnhem, werkzaam bij belastingdienst kantoor Amsterdam om een reactie.
'In de onderhavige procedure was de vraag aan de orde of de kosten van een medische keuring van een piloot aftrekbaar waren als scholingsuitgaven. Die medische keuring was een voorwaarde om deel te mogen nemen aan een opleiding die zou resulteren in de verlenging van de geldigheid van het vliegbrevet.
Scholingsuitgaven zijn de uitgaven voor het door belastingplichtige volgen van een opleiding of studie. Gelet op de omschrijving van het begrip scholingsuitgaven in artikel 6.27 Wet IB 2001 zijn de scholingsuitgaven niet beperkt tot alleen de kosten van de studie of opleiding zelf, zoals inschrijfgeld of kosten voor boeken, maar vallen daar ook andere uitgaven onder die benodigd zijn voor het volgen van de opleiding of studie. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt wel van enige beperking om uitgaven als scholingsuitgaven aan te merken, namelijk dat zij direct verband moeten houden met het leertraject.
Het gerechtshof oordeelde dat dit directe verband aanwezig was bij de kosten van de medische keuring omdat belanghebbende zonder de medische keuring niet het gehele opleidingsprogramma kon afleggen. Hoewel de kosten van de medische keuring in die zin dus nodig zijn voor het volgen van de opleiding (zonder medische keuring immers geen opleiding) is het gerechtshof niettemin van een ruimere opvatting van het begrip scholingsuitgaven uitgegaan dan uit de parlementaire toelichting blijkt. De kosten van de medische keuring houden immers wel verband met de gevolgde opleiding, maar niet met het leertraject dat belanghebbende volgde. De Hoge Raad casseert daarom het oordeel van het gerechtshof.'
Binnenkort is het uitgebreide commentaar van Pascal van Arnhem te lezen in het NTFR. Nog geen abonnee? Klik dan hier om 3 maanden kennis te maken met NTFR.
Meer informatie: Hoge Raad 1 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:798
Geef een reactie