Staakt een ondernemer zijn onderneming en verkoopt hij in het daaropvolgende jaar de laatste activa, dan eindigt de langlopende liquidatie bij verkoop van die laatste activa. Wenst de ondernemer daarna nog een verlies in aftrek te brengen? Dan zal hij aan moeten tonen dat hij dan fiscaal opnieuw kwalificeert als ondernemer.
De activiteiten van een ondernemer bestonden uit het vervoeren van auto’s, meestal voor garages en/of de autohandel. De ondernemer staakte zijn onderneming op 31 december 2008 en in 2009 verkocht hij zijn laatste activa. In de aangifte IB/PVV 2010 gaf de ondernemer een verlies aan. Na een ingesteld boekenonderzoek legde de Belastingdienst over het jaar 2010 een navorderingsaanslag op vanwege het ten onrechte geclaimde verlies.
Voor Hof Arnhem-Leeuwarden was in geschil of de navorderingsaanslag terecht is opgelegd. Volgens het hof is in 2009 de liquidatie beëindigd. De ondernemer stelde dat zijn verlies in 2010 aftrekbaar was, omdat hij in dat jaar had geprobeerd het contact met zijn vroegere klanten te herstellen. Het hof oordeelde dat de ondernemer niet had aangetoond dat het herstel van klantcontacten was gelukt en de ondernemer werkzaamheden had verricht met een winstoogmerk en een objectieve voordeelsverwachting. De ondernemer had voor 2010 dus niet aannemelijk gemaakt dat toen sprake was van een door de ondernemer gedreven onderneming, waarin de ondernemer de kosten als negatieve winst in aanmerking zou kunnen nemen. Het hof handhaafde de navorderingsaanslag 2010. De Hoge Raad heeft het oordeel van het hof zonder nadere motivering bevestigd.
Wet: Art. 3.4 Wet IB 2001
Meer informatie: Hoge Raad 16 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:213
Geef een reactie