• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

HR: ook niet-werkdagen tellen mee voor 183-dagenregeling

28 juli 2017 door Marieke Jansen

Voor de 183-dagen-eis in artikel 15 van het belastingverdrag met België gaat het om de aanwezigheid in de werkstaat, en zijn dus ook de aan het werk gerelateerde dagen waarop men niet werkt van belang. Een belangrijke uitspraak voor de praktijk, aldus Mr. Hans de Vries.

In deze zaak ging het om een in België woonachtige dga van een Belgische BVBA die in 2009 feitelijk 181 dagen in Nederland werkte voor een Nederlandse opdrachtgever. Ter discussie stond of men in Nederland belasting mocht heffen over het salaris genoten in verband met de Nederlandse werkzaamheden, en zo ja, of de inspecteur de fictiefloonregeling kon toepassen. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant en het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch tellen dagen die een puur privékarakter hebben niet mee voor de 183-dagen-eis in artikel 15 van het verdrag. Omdat de dga slechts 181 dagen in Nederland was verbleven voor werk, kon de belastingheffing dan niet aan Nederland toekomen. Volgens A-G Niessen moet men bij de berekening van de 183-dagenperiode echter de ‘physical presence methode’ hanteren. Omdat echter zowel de rechtbank als het hof niet hadden vastgesteld hoeveel dagen (inclusief niet-werkdagen) de dga in Nederland was bleven, adviseerde de A-G tot verwijzing voor verder onderzoek.

Fysieke aanwezigheid is maatgevend

De Hoge Raad oordeelt dat het hof onterecht alleen de feitelijke werkdagen in Nederland in aanmerking heeft genomen ten aanzien van de 183-dagen-eis. Omdat bij de tekst van het belastingverdrag aansluiting is gezocht bij het OESO-modelverdrag, is voor de uitleg van artikel 15 het OESO-commentaar van grote betekenis. Daaruit volgt dat dagen van verblijf in de werkstaat niet alleen de daadwerkelijke werkdagen betreffen, maar ook de overige dagen van aanwezigheid in de werkstaat die enig verband houden met de werkzaamheden daar. Zoals zaterdagen, zondagen, vakanties en vrije dagen voor, tijdens of na beëindiging van werkzaamheden of korte onderbrekingen daarvan. Verwijzing moet volgen voor nader onderzoek naar het aantal verblijfdagen in Nederland. Als de dga meer dan 183 dagen in Nederland is verbleven moet men het te belasten loon volgens de Hoge Raad vaststellen met toepassing van de fictiefloonregeling, aangezien de dga een aanmerkelijk belang heeft in de BVBA.

Reactie mr. Hans de Vries

Taxence vroeg mr. Hans de Vries, Senior manager Tax Global Employer Services bij Deloitte, om een reactie op deze uitspraak. ‘In deze uitspraak bevestigt de HR dat bij de toepassing van de 183-dagenregel uit het verdrag Belgie-Nederland de fysieke aanwezigheid doorslaggevend is en dat daarbij niet relevant is waarom de belastingplichtige fysiek in Nederland aanwezig was. Een paar keer op zaterdag in Nederland winkelen kan daardoor voor deze dga het verschil maken tussen wel of niet in Nederland belastingplichtig zijn. Als eenmaal is vastgesteld dat Nederland mag heffen dan geldt voor de vraag over welk gedeelte van het loon er geheven wordt, dat alleen de werkdagen meetellen. Voor de allocatie van het loon geldt dus een andere dagenbreuk dan voor de toepassing van de 183-dagenregel. Voor de praktijk is dit een belangrijke uitspraak die ervoor zorgt dat voor de 183-dagenregel alleen maar hoeft te worden geturfd hoe vaak iemand in Nederland was, zonder dat daarbij de reden voor het verblijf hoeft te worden meegenomen.’

Wet: artikel 3.81, 4.6 en 7.5 lid 1 Wet IB 2001, artikel 12a Wet LB, artikel 15 Verdrag Nederland-België 2001

Meer informatie: Hoge Raad 14 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1326

Filed Under: Arbeid & loon, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Recht op btw-teruggave al vóór Fuchs-arrest
Volgende artikel
Conserverende aanslag pensioen van zeven ton vernietigd

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

schijnzelfstandigheid; opheffen handhaningsmoratorium

Voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n)

Minister Paul informeert de Tweede Kamer over de laatste stand van zaken van het beleid met betrekking tot zelfstandigen.

zorgverzekeringswet

Standpunt (semi-)collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering

De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een standpunt ingenomen over een (semi-)collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering.

bedrag ineens pensioen

V&A voorlopige bedragen AOW-franchises, AOW-bedragen artikel 10aa UBLB en maximum pensioengevend loon per 1 januari 2026

Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen heeft V&A 25-008 gepubliceerd.  In dit V&A 25-008 zijn de voorlopige bedragen opgenomen van de voor 2026 geldende AOW-franchises, AOW-bedragen van artikel 10aa UBLB en het maximum pensioengevend loon. Voor alle bedragen geldt het voorbehoud van de definitieve vaststelling van de bedragen in of op basis van wet- en regelgeving. Het ministerie... lees verder

Wet DBA zzp

Extra aandacht voor overheidsorganisaties in 2026 van Belastingdienst

De Belastingdienst gaat in 2026 extra aandacht geven aan overheidsorganisaties: goed voorbeeld doet goed volgen. Dit is ook opgenomen in het handhavingsplan arbeidsrelaties 2026 dat binnenkort wordt gepubliceerd op de website van de Belastingdienst.

IVA-uitkering

Wetsvoorstel beperken compensatieregeling transitievergoeding bij ontslag door langdurige arbeidsongeschiktheid naar Tweede Kamer

Een wetsvoorstel om de compensatieregeling voor de transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid te beperken tot kleine werkgevers is naar de Tweede Kamer gestuurd. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van minister Paul van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.​ Volgens het voorstel komen voortaan alleen kleine werkgevers, onder bepaalde voorwaarden, in aanmerking voor compensatie van... lees verder

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Webinar zzp dossier, wanneer is er wel of niet sprake van schijnzelfstandigheid?

Online cursus Gebruikelijk loon 2026

Masterclass Management- en werknemersparticipatie

Online cursus introductie participatieregelingen en lucratieve belangen

AGENDA

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×