Vermelding van een opleiding in het Centraal register beroepsonderwijs betekent dat sprake is van een WEB-beroepsopleiding. Een certificaat of diploma bewijst dat de werknemer de opleiding heeft gevolgd.
Dit oordeelde de Hoge Raad onlangs in een aantal zaken waarin het recht op toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs (zoals die gold tot 2014) ter discussie stond.
Geen twijfel aan opleidingen in het register
In een van de zaken (ECLI:NL:HR:2017:2436) had een werkgever voor 2012 en 2013 de afdrachtvermindering onderwijs toegepast in verband met werknemers die een beroepspraktijkvorming hadden gevolgd. Deze maakte deel uit van een beroepsbegeleidende leerweg van een beroepsopleiding, welke is opgenomen in het Centraal registerberoepsonderwijs (CRB) als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Volgens de inspecteur bestond echter geen recht op de afdrachtvermindering, omdat de gevolgde opleidingen niet voldoen aan de WEB-vereisten. In tegenstelling tot Gerechtshof Den Haag is de Hoge Raad van oordeel dat het niet aan de inspecteur of de rechter is om in het kader van de toepassing van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen (WVA) te beoordelen of een in dat register opgenomen opleiding voldoet aan de WEB-vereisten. Vermelding als zodanig in het CRB is voor toepassing van artikel 14 WVA voldoende om aan te nemen dat dat het geval is. Uiteraard moet wel worden beoordeeld of de werkgever voor de betreffende werknemers aan de voorwaarden voor toepassing van de afdrachtvermindering voldoet.
Bewijskracht van diploma of certificaat
De Hoge Raad merkte in deze zaak nog op dat wel kan worden beoordeeld of de beroepspraktijkvorming daadwerkelijk is gevolgd, hetgeen de inhoudingsplichtige dient te bewijzen. Een certificaat of diploma als bedoeld in artikel 7.2.3 en 7.4.6 van de WEB volstaat als bewijs, tenzij de inspecteur het tegendeel bewijst. Dit komt ook naar voren in een ander arrest dat de Hoge Raad op dezelfde dag wees (ECLI:NL:HR:2017:2421), waarbij het hof de uitgereikte diploma’s had genegeerd.
Bewijslastverdeling begunstigend beleid
Als een werkgever naheffingsaanslagen en boeten opgelegd heeft gekregen omdat niet zou zijn voldaan aan de voorwaarden voor de afdrachtvermindering onderwijs, kan hij dit wellicht bestrijden met niet gepubliceerd begunstigend beleid ten aanzien van andere inhoudingsplichtigen waarvan in haar geval is afgeweken. Als het inhoudingsplichtigen betreft die vergelijkbaar zijn met de werkgever, is het volgens de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2017:2434) dan aan de inspecteur om de ongelijke behandeling te verklaren en aannemelijk te maken dat die niet voortvloeit uit een door hem gevoerd of op hoger niveau gecoördineerd begunstigend beleid.
De Hoge Raad verwijst de drie gedingen naar het Gerechtshof Amsterdam ter verdere beslissing en afhandelingen van de zaken.
Wet: artikel 14 Wva (tekst 2013)
Hoge Raad 22 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2421, ECLI:NL:HR:2017:2434 en ECLI:NL:HR:2017:2436
Geef een reactie