De kosten en lasten die verband houden met een werkruimte in de woning van een ondernemer zijn alleen aftrekbaar als die werkruimte een zelfstandig gedeelte vormt van de woning. Dit geldt ook voor de ondernemer die stelt dat hij zijn gehele huurwoning gebruikt voor de uitoefening van zijn onderneming.
Zo stelde een marketingonderzoeker die zijn onderneming uitoefende in een door hem bewoonde huurwoning, dat hij zijn werkzaamheden verrichtte in een doorlopend proces, waar hij zich ook in de woning bevond. Hij wilde dan ook de gehele huurwoning, afgezien van de zolder, primair aanmerken als werkruimte. Volgens het hof had de ondernemer niet aannemelijk gemaakt dat sprake was van een zelfstandige werkruimte. Het gebruik van de woning voor wonen en werken vloeide dusdanig in elkaar over dat de woning niet kon worden aangemerkt als een naar verkeersopvatting zelfstandige werkruimte. Het hof wees de man erop dat de lasten en kosten van een werkruimte alleen aftrekbaar zijn als die ruimte een zodanige zelfstandigheid bezit dat deze duidelijk te onderscheiden is door middel van uiterlijke kenmerken. De fiscus had dus terecht de aftrek van de (huur-)kosten van de werkruimte afgewezen.
Meer informatie: Hoge Raad, 3 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2899
Geef een reactie