Het Hof van Justitie EU heeft in twee arresten (Senatex en Barlis 06) bepaald dat landen niet zomaar vooraftrek mogen beperken enkel en alleen omdat niet (direct) aan alle factuurvereisten is voldaan.
In de zaak Senatex (Zie ook: A-G: Duitse beperking correctie facturen in tijd maakt btw-aftrek te moeilijk) had het bedrijf na enkele jaren voor correctie van facturen, die aanvankelijk geen btw-nummer vermeldden, zorggedragen. Op grond van de Duitse wet mocht Senatex de btw alleen in vooraftrek brengen vanaf het jaar van correctie en niet vanaf de oorspronkelijke factuurdatum. In de zaak Barlis oordeelde de Portugese Belasting- en Douanedienst dat de diensten van een advocatenkantoor te onduidelijk beschreven stonden op facturen. Om die reden stond de Belasting- en Douanedienst vooraftrek niet toe. Dit ondanks het feit dat Barlis de ontbrekende informatie wel op andere wijze verstrekte.
Dergelijke beperkingen mogen niet, oordeelde het Hof van Justitie. Het basisbeginsel van neutraliteit van de btw vereist dat aftrek van voorbelasting wordt toegestaan indien de materiële voorwaarden daartoe zijn vervuld, ook wanneer een belastingplichtige niet (direct) voldoet aan bepaalde formele voorwaarden, zoals de factuurvoorwaarden. Lidstaten mogen wel maatregelen nemen om bijvoorbeeld misbruik en fraude te voorkomen maar die moeten wel evenredig zijn en mogen btw-neutraliteit niet in de weg staan.
Reactie Carola van Vilsteren
Taxence vroeg reactie aan mr. Carola van Vilsteren, fiscalist bij Van Vilsteren BTW advies bv. Van Vilsteren: het recht op aftrek van btw door een ondernemer die btw-belaste prestaties verricht is een fundamenteel uitgangspunt in de btw. Een belangrijke voorwaarde voor het recht op aftrek van btw is dat de inkoopfactuur aan de btw-factuurvereisten voldoet, maar dit moet volgens het Europese Hof niet te strikt worden uitgelegd door de Belastingdienst. Dit sluit aan bij een besluit van de Staatssecretaris van december 2014 waarin is aangegeven dat ook bij een gebrek op de factuur toch recht op aftrek van btw kan bestaan. Ondanks de uitspraak van het Europese Hof adviseert Van Vilsteren kritisch te blijven op de juistheid van een factuur om discussie achteraf te voorkomen.
Wet: artikel 167, artikel 178, artikel 179 en artikel 226 richtlijn 2006/112; Besluit van 6 december 2014, nr. 2014-704M.
Meer informatie: Hof van Justitie EU 15 september 2016, C‑516/14 en C‑518/14
Geef een reactie