Ook als pas drie maanden na vertrek uit de woning contact met een verkoopmakelaar wordt opgenomen, blijft hypotheekrenteaftrek mogelijk. Dat het door onderhandeling nog ruim een jaar duurt voordat de eigenaar de officiële verkoopopdracht geeft, doet daar niet aan af volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
In deze zaak ging het om de aftrek van hypotheekrente en uitgaven door de eigenaar van een momentenpand. Tot december 2007 woonde de eigenaar in het pand, daarna is hij verhuisd. Sindsdien stond de woning leeg, totdat hij het in december 2008 verhuurde. Volgens de eigenaar was het pand na de verhuizing bestemd voor verkoop. In februari/maart 2008 nam hij contact op met een makelaarskantoor over een stille verkoop van het pand. De rechtbank vond dit zo dicht bij de datum waarop het pand leeg kwam te staan, dat aannemelijk was dat het pand na de verhuizing bestemd was voor verkoop. Dat het pand niet direct na de verhuizing of al vóór de verhuizing te koop was gezet, deed daar niet aan af. Dat geldt ook voor het feit dat het door onderhandeling met het makelaarskantoor, nog ruim een jaar duurde voordat de officiële verkoopopdracht werd gegeven. De hypotheekrente voor het woongedeelte van het pand kon de eigenaar daarom in aftrek brengen. Vanaf het moment van verhuur van het pand in december 2008 viel de woning in box 3 en was de hypotheekrente niet meer aftrekbaar.
Wet: artikel 3.111, lid 2, artikel 6.31 en 6.40 Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 8 augustus 2014 (gepubliceerd op 5 september 2014), ECLI:NL:RBZWB:2014:5591
Geef een reactie