De resultaten van familiebedrijven zijn gebaat bij een hoge 'familiefactor' in de onderneming. Hoe meer ervaring en hoe intenser de familiecultuur, hoe beter de financiële resultaten. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit, ondersteund door EY op basis van de gegevens van 38 bedrijven uit het familiebedrijvennetwerk van EY. Zij gebruikten voor het onderzoek het F-PEC-model – Familie Power, Experience & Culture.
Uit de test blijkt dat de solvabiliteit en de nettowinstmarge van familiebedrijven met een hogere familiefactor beter is en dat ze gemiddeld minder schulden hebben. Daarnaast investeren ze gemiddeld meer in onderzoek en ontwikkeling. Bij veel familiebedrijven staat niet zonder meer vast dat de volgende opvolger een familielid is. Verwacht wordt dat in de toekomst een verdere scheiding tussen leiding en eigendom van familiebedrijven te zien is, zoals ook eerder onderzoek van EY al suggereerde.
Ervaring en wijsheid
Toch is het volgens Marieke Kopinsky, senior adviseur van familiebedrijven bij EY, wat kort door de bocht om je familiebedrijf vol te stouwen met allemaal ooms, tantes, neven en nichten. Al geldt in grote lijnen: hoe meer generaties erbij betrokken zijn, met al hun ervaring en wijsheid – de zogeheten familiefactor – hoe beter het rendement. Wel zou het volgens Kopinsky af en toe goed zijn om iemand van buiten toe te laten tot het familiebastion. Helaas lijken die vaak te denken dat ze weinig in te brengen hebben.
Bron: BNR 19-10-2017
Meer informatie: Onderzoek familiebedrijven UvA/VU
Geef een reactie