De rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de indexering van een erfpachtrecht niet als geldlening mag worden verwerkt.
Een man heeft bezwaar gemaakt tegen navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw over de jaren 2014 tot en met 2017. De inspecteur heeft de indexering van een erfpachtrecht gecorrigeerd naar nihil. De man stelt dat hij het erfpachtrecht fiscaal mag verwerken als geïndexeerde geldlening, verwijzend naar het Fagoed-arrest (ECLI:NL:HR:1996:AA1866). De inspecteur betwist dit, omdat de man nooit de volle eigendom van de grond heeft gehad.
Geen gelijkenis met Fagoed-arrest
De rechtbank stelt dat de situatie van de man wezenlijk verschilt van het Fagoed-arrest. In het Fagoed-arrest was sprake van verkoop van grond onder voorbehoud van erfpachtrecht en terugkooprecht, terwijl de man een erfpachtrecht heeft overgenomen van een derde. De man heeft geen geld ontvangen dat fiscaal als schuld kan worden verantwoord. De rechtbank oordeelt dat de man het erfpachtrecht moet activeren tegen de aanschaffingskosten en de indexering terecht is gecorrigeerd. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de correcties van de inspecteur.
Wet: art. 3.63 Wet IB 2001
Bron: rechtbank Noord-Holland 2 oktober 2024 (gepubliceerd 28 januari 2025), ECLI:NL:RBNHO:2024:10132, HAA 22/3667 e.v.
Geef een reactie