Onlangs heeft de Hoge Raad bevestigd dat een informatiebeschikking mede op correcte wijze is bekendgemaakt als de Belastingdienst deze beschikking in de brievenbus van de belastingplichtige heeft gedeponeerd.
Een taxi-ondernemer had een beroepsprocedure gestart tegen een informatiebeschikking, maar Hof Arnhem-Leeuwarden verklaarde het hoger beroep ongegrond. Zie ook: ‘Beschikking in brievenbus? Bezwaartermijn gaat in’. De ondernemer ging vervolgens in cassatie. Voor de Hoge Raad stelde de man dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat de inspecteur aannemelijk had gemaakt dat de informatiebeschikking was gedeponeerd in de brievenbus van de taxi-ondernemer. Bovendien was deze manier van bekendmaken volgens de man niet correct. De Hoge Raad oordeelde dat tot het toezenden of uitreiken van een besluit men ook moet rekenen het deponeren door (een medewerker van) de Belastingdienst in de brievenbus van het adres van de belanghebbende. Door zo’n handeling bereikt het besluit de belanghebbende namelijk op een manier die is te vergelijken met een niet-aangetekende verzending per post of per koerier. Wel was het zo dat de inspecteur aannemelijk moet maken dat hij de beschikking in de brievenbus heeft gedaan als de belanghebbende dit betwist. Het hof had in deze zaak geoordeeld dat de fiscus het deponeren van de beschikking in de brievenbus aannemelijk had gemaakt. Dit oordeel was van feitelijke aard, zodat het in cassatie niet op juistheid was te toetsen. De Hoge Raad vond het oordeel van het hof evenmin onbegrijpelijk en verklaarde daarom het cassatieberoep van de ondernemer ongegrond.
Wet: artikel 3:41 Awb en artikel 52 AWR
Meer informatie: Hoge Raad 2 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2731
Geef een reactie